GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

JOHANNA BREEVOOKT, VADER CATS EN DE .VROUW, een boek voor gehuwden en voor hen die zich tot het huwelijk bereiden, met ee inleidend woord van DR. A. KUYPER. J. H. Kok. — 1915. — Kampen.

Te ANTWERPEN is ons TAAL-EN LETTER­ KUNDIG CONGRES, waarheen mannen en vrouwen van den Nederlandschen stam plegen op te gaan, het laatst gehouden.

Noch onze gastheeren, die de plichten van het »gezeUige leven", welke sedert SCHLEIER-MACHER in de plichtenleer der nieuwere Ethiek een plaats kregen, op zoo voorbeeldige wijze vervulden, noch wij hun gasten dachten, toen, onder echt Vlaamsch-jolijt, een schitterend banket de dagen van intellectueel-en artistiek genieten besloot, anders dan, dat wij elkaar in 1914 te HAARLEM zouden wederzien.

Het heeft niet mogen zijn.

Bij de rampen, die in dat jaar, mèt heel BELGIË, onze VLAAMSCHE stamverwanten troffen en die nog onze harten met weedem en deernis vervul en, moest het Congres te HAARLEM worden verdaagd.

In een der statige zalen van het Congresgebouw, heb ik, op 'n middag, te ANTWERPEN mogen spreken over: > ÓNZE CHRISTELIJKE BELLE-TRISTEN EN DE LITERAIRE BEWEGING VAN '80".

Onder de belletrisen welke, blijkens hun werken, aan die beweging niet vreemd waren gebleven, heb ik daar ook genoemd de mij om haar romans en novellen, in velerlei opzicht zoo sympathieke vrouw, die zich tot schuilnaam: JOHANNA BREEVOORT had gekozen. Zonder onze andere christelijke belletristen te kort te doen, heb ik daar verteld van haar. Van haar werken en ook van haar leven; van dat eens zoo moeielijk leven met zijn strijd om als schrijfster er te komen; van die, voor de ontwikkeling van haar van huis uit meegekregen talent, 200 ongunstige omstandigheden. Verteld van hoe ze er toch gekomen is en bij de vermelding van haar huwehjk, als blij-eindigend slot, voegde ik den wensch, dat in de Uefde voor haar man, de liefde voor haar kunst niet zou ondergaan. Ik moet, al zeg ik het zelf, met haar het er nog niet zoo kwaad hebben afgebracht. Levendig toch herinner ik mij, dat niemand minder dan POL DE MONT, mij 's avonds nog naar die JOHANNA BREEVOORT vroeg.

Voor hiar had ik zijn bijzondere belangstelling gewekt.

Mijn op het Antwerpsche Congres uitgesproken wensch, dat JOHANNA BREEVOORT sedert zij Mevrouw BAKHOVEN-MICHELS was geworden, — ik bega hier geen onbescheidenheid, want in de onderteekening van dit haar boek over CATS zet zij den laatsten naam tasschen haakjes onder den eersten — mijn op het Antwerpsche Congres uitgesproken wensch, dat de artieste niet in de vrouw zou ondergaan, is niet geheel onvervuld gebleven.

Thans komt zij voor het voetlicht met wel niet 'n werk van letterkunst, maar dan toch met 'n werk op het gebied der letterkunde.

De omstandigheid, ' dat een belletriste, óók een christelijke, die niet vreemd is gebleven aan de literaire beweging van '80, zich gedrongen voelde een studie te levéren over CATS en dan nog wel eene waarin het aan waardeering niet ontbreekt, deze omstandigheid is, gelijk JOHANNA BREEVOORT zelf gevoeld heeft, wel eenigszins verbijsterend.

Dan, met het begin van haar WOORD VOORAF brengt de geachte schrijfster weer op het spoor.

Toen», ZOO zegt zij daar, > na de Bilderdijkfeesten in Amsterdam, Z. H. G. Prof. Dr. A. Kuyper Sr. eens kennis wenschte te maken met onze jongere Christelijke auteurs, viel ook mij de eer te beurt een en andermaal de gast van Dr. Kuyper te zijn.

Z. H. G. 's vraag, of ik van Cats hield, beantwoordde ik openhartig ontkennend, doch de weede vraag, of ik vader Cats kende, moest k, om even openhartig te zijn, helaas ook met een beantwoorden. Wel had ik nog al eens ets over Cats gelezen, doch van Cats zelf wist k heel weinig af en behalve zijn kerndichtjes, oeide zijn werk niet.

Toen las Dr. Kuyper mij zelf een gedeelte uit Cats' Huwelijk voor, 't was het gebed der ruid, waarmede zij tot God haar Schepper omt, en sinds dien tijd trof mij èn de vroomeid, en de levenswijsheid van vader Cats, als iets ieuws, en leerde ik den langwijligen Cats eter kennen*.

Alzoo is door de overweldigende inwerking van DR. KUYPER op de ontvankelijke ziel van OHANNA BREEVOORT deze haar studie over ATS ontstaan.

Wie zich Dr. KUYPER'S rectorale rede uit 1888 HET CALVINISME EN DE KUNST nog hernnert, zal zijn vreugde kunnen begrijpen over e geboorte van dit jongste, om met CATS te preken, > papierenkindi van JOHANNA BREEVOORT.

Lang voor '80 toch was door BUSKEN HUET n diens LITTERARISCHE FANTASIÈN over CATS ls dichter het doodvonnis uitgesproken en ook e «tachtigers* dachten er niet aan, van dit onnis in verzet te komen.

Dit nu heeft KUYPER niet alleen bedacht, aar gedaan en het is hem gelukt ook.

Wie in AL DE WERKEN van JACOB CATS, zij het an ook, als ik, in de oogen-bedervende volksitgaaf van ROELANTS, vHjrig heeft gelezen en an eerst HUET én daarna KUYPER over hem oort, zal op het stuk van rechtvaardigheid aan et oordeel van den laatste de voorkeur geven oven dat van den eerste.

En, wat mij in KUYPERS oordeel steeds weladig heeft aangedaan, is, dat zijn hoog artistiek esef hem, bij alle sympathie voor den calvinist ATS, bewaard heeft voor overschatting van den dichter CATS.

Wie zich van het bezonnen en billijk oordeel van den oud-docent in de NEDERLANDSCHE ETTERKITODE aan onze Vrije Universiteit over ACOB CATS overtuigen wil kan dit óok doen door het magistrale > Ter inleiding" hetwelk DR. UYPER, blijkbaar als uiting van blijdschap over de verschijning en als instemming met den inhoud van VADER CATS EN DE VROUW, aan dit werk doet voorafgaan.

JOHANNA BREEVOORT laat haar lezers CATS van éen bepaalden kant zien, en wel als moralist. ets waartoe zijn didaktisehe poëzie zich bijzonder " • goed leent. Zij doet hem, nog meer bepaald, zien als moralist van het sexueele leven, van het leven van den mensch als man en" vrouw. Als min en vrouw. Want al betitelde zij haar boek ook VADER CATS EN DE VROUW, niet enkel van de plichten der vrouw, maar mèt CATS zelf, spreekt zij in haar boek ook van de > mannelicke tegenplichten".

Naar CATS, als moralist en bepaaldelijk op dit gebied, mag nog ook in onzen tijd geluisterd worden. Al is het dat over hetgeheel wij, mannen der twintigste eeuw, in de vrouw nog iets anders en iets meer zien dan de mannen der zeventiende en dan ook déze zeventiende-eeuwer in haar zagen, — CATS' sexueele moraal rekent desalniettemin met echte mensdielijkheid. HUET moge, in zijn tot razernij opgesteigerde antipatkie, hier al schelden van > laaghartige moraal", de door CATS, den zelf voor de vrouw zoo sterk gepassioneerde, maar door zijn niet minder sterk echt Christelijk geloofsleven deze zijn passie beteugelende, — verkondigde zedelijkheid verdient een anderen toenaam.En als HUET durfde spreken van een door CATS »de verbeelding der jeugd bezoedelen met in den grond wellustige verhalen", dan werp ik, vanwege zijn twee romans, èn de oorspronkelijke èn die naar 'n Franschen schrijver, wier titels ik hier uit paedagogische motieven niet noemen zal, deze beschuldiging op hèm-terug.

De moraal door CATS verkondigd, en wel zóo, dat de »menscheüjkheid" van de machtige, in heel de organische natuur wekende attractie van het imannelijke" en het »vrouweUjke«, bij den manmensch en den vrouw-mensch er in tot haar recht komt en onverholen in wordt uitgesproken, maar óok zoo verkondigd, dat Hebreen 13 : '4: »Het huwehjk is cerHjk onder allen, en het bed onbevlekt, maar hoereerders en overspelers zal God oordeelen", — deze moraal-prediking is in onze dagen nog lang niet overbodig.

Wijl JOHANNA BREEVOORT CATS met haar boek van dezen kant wilde doen kennen, heeft zij zich dan ook alleen bepaald tot enkele zijner werken. Na een inleidend hoofdstuk over: CATS EN DE VROUW IN HET ALGEMEEN, geeft zij een nauwkeurig bewerkte en met citaten gedocumenteerde levensbeschrijving van den dichter. In het tweede deel van haar boek bespreekt zij dan en geeft-zij aanhalingen uit: SPIEGEL VAN DEN OUDEN EN NIEUWEN TIJD; SINNË EN MIN­ NEBEELDEN ; en HOUWELICK, dat is: HET GANSCHE BELEYDT DES ECHTEN-STAATS, afgedeelt in ses Hooft-stucken, te weten: MAEGT, VRIJSTER^ BRUYT, VROUWE, MOEDER, WEDUWE, behelsende mede de MANNPLICKE TEGENPLICHTEN.

Niet minder dan bij DR. KUYPER doet ook bij JOHANNA BREEVOORT mij weldadig aan, dat zij in dit haar boek critisch tegenover CATS staat. Dit komt zoowel nit in haar toeUchtingen, als in de keuze der citaten zelf.

Wat ^het eerste betreft, is zij, en ik ben het daar goed met haar in' eens, allesbehalve te spreken over CATS »vóór alle dingen" in-devrouw-zien »een mensch.van vleesch ea bloed, geroepen tot lust en hulp van den man en tot het voldoen van zijn sexueele neigingen" (p. 2); spreekt zij onverholen uit, dat hij op het stuk van de gevallen vrouw «zijns ondanks in deze zaak toch tweeërlei moraal huldigt" (p 7); en als zij bespreekt, in verband met zijn zonderlingen raad:

»Min twee vrijsl^s. tegelijk, " zijn wijze opmerking

«Zoo gij een vuur 'verdeelt, daar is geen twijfel aan.

De brand zal minder zijn, de vlam zal nederslaan»,

noemt zij hem kortweg den «verstokten ego'ist, die alweer alleen aan den man denkt* (p. 105).

En wat de keuze der citaten betreft, heeft zij, als vrouw van onzen tijd, al te goed gevoeld, dat, althans voor lezers en lezeressen, wier smaak nog niet bedorven is door de buitensporigheden van het voor-niets-meer-staande «Naturalisme*, veel van het, door CATS als *exitamentum luxuriaet wel niet bedoelde, maar er toch aanleiding-toe-gevend forsch, bijna ruw 17e eeuwsch reaUsrae, - onlust wekt. Van al dat, 'wel niet on-kuische, maar toch min-kiesche, heeft zij zich dan ook bij^haar «aanhalen* onthouden. .'

Er is alle reden om JOHANNA BREEVOORT voor deze fraaie gestileerde Studie, waartoe , zij büjkbaar, naast de werken van CATS, ook heel wat literatuur over hem heeft nagepluisd, dankbaar te zijn.

Aan onze tijdgenooten, die CATS zelf niet lezen, heeft zij hem als moralist, zij het dan ook op een beperkt terrein, maar een waarop hij expert was, bekend gemaakt. En alles overwogen, ben ik het dan ook goed eens met DR. KUYPER, wanneer hij zegt: «Zegen voor het gezin kan door haar studie ook nu nog van Cats onder ons uitgaan".

Laat mij ook nu, als op het Congres te ANTWERPEN, voor de geachte schrijfster van VADER CATS EN DE VROUW een wensch mogen uitspreken.

Op p. 10 schrijft zij: «Vader Cats heeft het diepste zieleleven der vrouw niet gepeild".

Maar wat hij niet heeft gedaan en ook niet kon doen, heeft gedaan en kan zeker nóg doen onze christelijke romancière en novelliste JOHANNA BREEVOORT. i

En nu' is mijn wenschf dat zij, na dit haar welgeslaagd werk op het gebied der nuttige letteren, spoedig tijd en lust moge vinden, weer eens op dat der fraaie letteren, in een kleiner of grooter kunstwerk ons de vrouwe-ziel met al haar roerselen te beelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1915

De Heraut | 4 Pagina's