GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Amen, Ja, kom Heere Jezus”!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Amen, Ja, kom Heere Jezus”!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

[NIEUWE JAAR 1917].

Die deze dingen getuigt, zegt: a, ik kom haastelijli, y\men, ja kom, Heere Jezus. Openbaring 22 : 20.

Als de rijke uitstraling van het Goddelijk licht aan het slot van Johannes Openbaring haar einde bereikt, loopt 't alles uit op die ééne bede: sAmen. Ja, kom Heere Jezus!« En dit Amen is dan de warme uiting van dankbare berusting in wat vlak voorafgaat, d. i. in kom naasteiij.«

Het doet zoo tragisch aan, dat de historie van ons menschelijk leven in den droeven val begint met scheiding tusschen ons en onzen God, en dat dan wel in het midden der eeuwen de Middelaar nederdaalt en in Bethlehem zich als de heilige mensch aan ons zondaren aansluit, maar van den Olijfberg weer opvaart ten hemel, en ons nogmaals vereenzaamd en alleen, in onze verzondigde existentie op eene met vloek geplaagde aarde achterlaat.

Dan is het toch weer: De Middelaar hoog daarboven aan de rechterhand Gods en wij hier beneden, zelven onrein, in een wereld die onrein is, en al de zaligheid verschoven naar een verre toekomst, tot Jezus wederkomt, Jezus tot ons terugkeert, en eerst met Jezus terugkeer het einde van dén jammer zal bereikt zijn, en de eeuwige zaligheid zal ingaan.

Nu hoopten de discipelen terstond na Jezus hemelvaart, dat Jezus na niet lange dagen zou terugkeeren. Zegt Paulus niet zelf, dat hij zelfs hope koesterde om allicht de wederkomst van den Middelaar nog te zullen beleven?

Had Jezus niet zelf het sVolbracht* van het Kruis uitgeroepen? Waarom, indien het al Volbracht was, zou 't dan nu nog eeuw na eeuw moeten duren, eer de Voleinding inging?

Vooral toen de vervolging opkwam, en die vervolging zoo tal en tal van geloovigen tot martelaar maakte, drong de vraag: .»Waarom komt Jezus dan niet? Waarom toeft Hij? Waarop wacht dan. Zijn wederkomst ? «; steeds pijnlijker in Christus Kerk door.

Hij zou komen, en met Zijn wederkomst zou de zaligheid intreden, waartoe dan het uitstel? Waartoe dan Zijn terugkom.st van jaar tot jaar verschoven ?

En zoo kwam van zelf het heimwee steeds sterker uit, en vereende zich aller Tsede in de smeeking: jAmen, ja, kom Heere Jezus, ja, kom haastelijk!«

Sinds in Johannes' dagen de bedreigden door het martelaarschap dit uitriepen, is nu eeuw na eeuw verloopen, en nog altoos gaat het gewone wereldleven door. En wat het bangste is, geen enkele waarborg is ons geboden, dat 't einde straks reeds nadert.

Het doet ons allen zoo raadselachtig aan. En dit te meer, daar Jezus ons betuigd heeft, dat ook Hij zelf niet wist, wanneer het einde zou intreden. Immers dat niemand hiervan wist, en dat niemand hieromtrent zekerheid bezat, itelfs de Zoon niet, doch alleen en eeniglijk de Vader.

We zien den golfslag der jaren en der eeuwen om ons op 'en nedergaan, maar de laatste golfslag blijft nog steeds achter den gezichtseinder schuilen, en hoe lang het nog duren zal, weet niemand.

Slechts één ding zegt het slotwoord der Heilige Schrift ons, de dorst naar den jongsten dag spreekt niet alleen van onzen kant, maar ook van Jezus zijde. Het is toch een geroep van twee kanten, en wel naar elkaar toe. Jezus roept en betuigt; »Zie Ik kom haastelijk, d.w.z. zoo spoedig als het naar den Raad des Vaders kan en mag. Is straks de ure er, dan - vertraag en' aarzel Ik geen oogenblik, dan daal Ik met haaste zelfs weer naar uw wereld af. Zie, Ik kom haastelijk. En uit de diepte van het vroom begeeren antwoordt Christus Kerk op die betuiging : „Amen, ja kom Heere Jezus!" Het heimwee onzer ziele wacht U in.

En daar tusschen in ligt dan het verbijsterende raadsel, hoe vele eeuwen het nog duren zal, eer. Gods raad voleind is.

In dagen als we thans beleven beklemt dié bede: „Ja, kom Heere Jezus!" meer nog dan anders onze ziel. De stoolen waardoor heel onze menschelijke saamleving in den zoo diep ontroerenden oorlog geschokt wordt, zijn zoo geweldig. Zou 't dan nu op 't einde gaan ? En op die snijdende vraag blijft het antwoord: Voorzeker kan dit, en elk kind van God bereide er zich op voor, maar laat u in niets over de zekerheid van het einde uit. Den dag van het einde kent alleen God.

Ook het jaar dat morgen ingaat, eischt beide van u. Eenerzij ds dat ge in uw roeping, in uw ambt, in uw hedrijf, kortom .in alles, waarvoor op u van Godswege de verantwoordelijkheid rust, volhaiden zult, en u op de kwijting van uw levenstaak met de volle borst zult toeleggen, maar dan ook anderzijds, dat de bede: „Uw Koninkrijk kome !" telken dage uit uw ziel opga.

Ook in het jaar dat ge nu tegengaat, moogt ge op geenerlei wjjs, het eene om 't andere buiten uw levenssfeer bannen.

Nooit en in geen enkel opzicht om uw dorsten naar Jezus wederkomst, uw levenstaak verwaarloozen of uw plicht verzuimen. Volstandig eiken morgen, in stille gehoorzaamheid, weer, als dienstknechten en als dienstmaagden van uw Vader in de hemelen, u gewijd aan uw-dagtaak, en met alle kracht daarin naar het hoogste gestreefd.

Maar dan ook door uw volijverige plichtsbetrachting u geen dag en geen ure van uw Heiland vervreemd. Zooals Jezus aan u denkt en leeft om voor u te bidden, zoo zal ook uw denken volstandig aan uw Heiland zijn, om door zielsgemeenschap met Hem u inneriijk te verrijken.

Haast Jezus zich, om haastiglijk tot u te naderen, dan haaste ook uw ziel zich eiken morgen en eiken avond om Hem in stil geloof te ontmoeten.

Dat 't nog toeft, is 't uitvloeisel van Gods raad, en eer de Voleinding zal ingaan, moei die Maad van uw God voleind zijn.

Zoo is de eisch van het verloop der tijden.

Maar te midden van dien loop der tijden perst en dringt de drang van 't eeuwige, en dan richt uw geloof zich op, en het is uit de rijpheid van dit geloof dat de Heilige Geest 't ook u bidden leert en roepen' doet: Kom, Heere Jezus ja kom haastelijk!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's

„Amen, Ja, kom Heere Jezus”!

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's