GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen duimbreed?! - pagina 248

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen duimbreed?! - pagina 248

De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EPI LOOG

een Hogere Overheid. De hele bezettingstijd door stond hun leven in het teken van de oorlog. Uit heel dit overzicht van gebeurtenissen blijkt duidelijk dat ook een kleine universiteit als de vu vanaf de eerste bezettingsdagen voortdurend met de eisen van de bezetters en collaborateurs werd geconfronteerd, waardoor steeds weer keuzes gemaakt moesten worden, keuzes tussen goed en fout. Daaraan viel niet te ontkomen. 250

De colleges van curatoren, directeuren en senaat weken in grote meerderheid metterdaad geen duimbreed voor de bezetters en hun collaborateurs. Waar zij konden, legaal en illegaal, probeerden zij zich zo goed mogelijk te weer te stellen tegen alle pogingen van de kant van de bezetters om de universiteit in hun greep te krijgen. Een goed voorbeeld daarvan bieden bijvoorbeeld de benoemingen van Hellema en Versteeg. Van het hooglerarencorps wezen Anema, P.A. Diepenhorst, Dooyeweerd, Vollenhoven en Rutgers reeds ver voor de oorlog op de ideologische bedreiging van het fascisme. Tijdens de bezetting zou Anema zich alleen op college snerend uitlaten over de 'onzin' van het nationaal-socialisme, maar Rutgers, Dooyeweerd en Vollenhoven namen ieder op hun eigen manier actief aan het verzet deel, soms legaal en openlijk (Rutgers in zijn functie van rector), soms illegaal (het herbergen van joodse onderduikers door Dooyeweerd en Vollenhoven, de activiteiten van Rutgers voor de groep-Albrecht en de Trouwgroep). Naast Rutgers speelden ook Oranje, Coops en Van der Horst een stimulerende en actieve rol in het verzet. Voor Coops was dit des te opvallender, omdat hij oorspronkelijk grote sympathie voor Duitsland had gekoesterd. Waterink aarzelde in de zomer van 1940 nog even bij het bepalen van zijn houding tegenover de nieuwe omstandigheden van de bezetting, evenals de president-directeur Colijn, maar daarna stelde hij zich uitgesproken anti-Duits op en riep hij de studenten op zich tot het uiterste tegen de bezetters te verzetten. De laatste twee jaren van de bezetting trad hij gebruikmakend van zijn wetenschappelijk prestige op als bemiddelaar tussen de Duitse politionele en rechterlijke autoriteiten en vele individuele leden van het verzet. G. ]. Sizoo en Koksma waren volledig van de verzetsactiviteiten van hun collega's Coops en Van der Horst op de hoogte, maar trachtten zelf voornamelijk op legale manier hun instituut tegen de aanslagen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's

Geen duimbreed?! - pagina 248

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's