Worsteling naar waarheid - pagina 148

MODERNISERING

EN

INFORMATISERING

die al als assistent gewerkt en werkte daarna als wetenschappelijk ambtenaar aan zijn proefschrift over operatorentheorie, een onderdeel van de mathematische analyse. Daarop promoveerde hij in 1 9 6 4 met lof. Het plan van de sectie Wiskunde was om Maurice te belasten met het onderwijs in de algebra (hij had die colleges al een paar jaar met succes gegeven); Kaashoek zou zich vooral met de analyse moeten 150

gaan bezighouden. Desondanks wilde de sectie de leeropdracht van beide heren erg ruim formuleren (kortweg: 'Wiskunde') en drong er bij curatoren op aan dat de benoemingen allebei snel zouden plaatsvinden. Baayen, die veel onderwijs verzorgde, zou immers een jaar naar Amerika gaan, en zijn plaats moest dan ook worden ingenomen. Verder zou Kaashoek in augustus 1965 een jaar naar Los Angeles gaan en moest dus voor die tijd weten of hij aan de v u terecht kon. De benoemingsvoorstellen werden allebei gehonoreerd. Hierbij was van belang dat Kaashoek en Maurice beiden Van harte instem[d]en met de grondslag van de Vrije Universiteit.' 42 Op dat criterium waren ze ook uitgezocht; blijkens een brief van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen had men bij zusteruniversiteiten 'onder de jongere geestverwanten' gezocht naar 'enige veelbelovende wiskundigen' die dan als hoogleraar konden worden aangesteld. 43 Bijna twee jaar later aanvaardden Maurice en Kaashoek hun ambt van 'lector in de wiskunde' met een openbare les: Maurice op 14 april 1 9 6 7 over 'Het begrip ruimte in meetkunde en topologie' en Kaashoek op 5 mei 1 9 6 7 'over de wiskundige analyse'. Deze vertraging van hun optreden kwam door verblijf in het buitenland. Daardoor verzorgde Baayen aanvankelijk sommige van hun colleges. 44 In hetzelfde jaar werd Maurice bevorderd tot hoogleraar. Hij sprak zijn rede over 'Enige principes bij de ontwikkeling en opbouw van de wiskunde' uit op 15 december. Op die dag sprak ook Baayen zijn oratie over 'Wiskundige taal' uit, waarmee hij zijn gewoon hoogleraarschap aanvaardde. Naast de stafuitbreiding stond de sectie ook voor de taak het onderwijs te vernieuwen. Het nieuwe programma moest verkorting van de studieduur mogelijk maken, maar ook een afspiegeling zijn van de modernere aanpak in de wiskunde. Hoofdrichting van het aangepaste onderwijsprogramma waren de klassieke en moderne abstracte analyse. 45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen