GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bijzondere chemie?! - pagina 107

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijzondere chemie?! - pagina 107

75 jaar scheikunde aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE

OPBOUW

terdag. In het weekend verbleef hij bij zijn zuster in Zeist. Naast colleges volgen en tentamens doen, moesten de studenten uiteraard ook praktisch werk verrichten. Er werd meteen gestart met een practicum kwalitatieve analyse, gevolgd door de gravimetrie en andere kwantitatieve methoden, zoals titraties en elektrochemie. De kwalitatieve analyse gaf echter de nodige problemen, omdat het practicum begon met de analyse van een metaalalliage: dit was een zeer moeilijke opdracht. Voor de analytische chemie werd het Lehrbuch der Analytische Chemie i en n van F. F.Treadwell gebruikt. Het organische practicum in het tweede jaar begon met identificatiereacties van functionele groepen, gevolgd door het synthetiseren van een serie verbindingen. De eerste practicumassistenten waren Martin Koksma, Wim Smit en de leraar J. van de Steen. Coops kwam ook vaak op de practicumzaal om de vorderingen van zijn studenten te volgen. In die tijd (en wel tot in de jaren zestig) nam men het met de veiligheid niet zo nauw. Specifieke voorschriften voor het werken in het laboratorium waren er niet. De meegebrachte boterhammetjes werden gewoon aan een labtafel opgegeten, temidden van de schadelijke chemicaliƫn, omdat er nog geen kantine was. Wat betreft het chemisch afval: alles wat niet door de gootsteen kon, ging in een put in de tuin. In de beginperiode waren er drie mogelijke kandidaatsexamens: a, d en e. - a: hoofdvak wiskunde, bijvakken natuurkunde en sterrenkunde; - d: hoofdvakken natuurkunde en wiskunde, bijvak scheikunde; - e: hoofdvakken natuurkunde en scheikunde, bijvak wiskunde. Scheikundestudenten deden allemaal hetzelfde kandidaatsexamen, namelijk e. Met de benoeming van prof. dr. R. Hooykaas in 1946 kwam er een tweede studiemogelijkheid voor de scheikundestudenten, namelijk kandidaatsexamen f. Dit examen bestond uit het hoofdvak scheikunde en de bijvakken natuurkunde, wiskunde en mineralogie. Nog later kwam daar met de oprichting van de Afdeling Biologie het kandidaatsexamen g bij. Dit examen bestond uit het hoofdvak scheikunde en de bijvakken wiskunde, natuurkunde en biologie (plantkunde). Na de komst van Hooykaas werd voor alle studenten binnen de Faculteit Wis- en Natuurkunde het verplichte vak geschiedenis der na-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's

Bijzondere chemie?! - pagina 107

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's