De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 94
[Deel 2]
DE
BREUK
achten - het zij in onze gemeenschappelijke geest van openhartigheid gezegd - nog geen voldoende helderheid aanwezig voor onze universiteitsraad om te besluiten of hij deze uitnodiging wel of niet zal aanvaarden en welk mandaat eventueel een afvaardiging van de Vrije Universiteit zou moeten worden gegeven'. Geef ons dus 'een scherper inzicht in de opvattingen van Uw universiteit', in de maatschappelijke verantwoordelijkheid van universiteiten inzake het rassenvraagstuk en de bestrijding van de raciale ongerechtigheid en of de apartheid ten principale daaronder valt. Kortom: 'in welke opzichten is sprake van een "gemeenschappelijk beginsel" en wat behoort tot de "ideologische kloof", die eventueel minder relevant geacht kan worden voorzover "overeenkomst in ... ideologie" geen "motief of noodzakelijke voorwaarde ... voor wetenschappelijke samenwerking en uitwisseling" behoeft te zijn'. De brief eindigde met de verzekering, dat 'daar ons veel verenigt bij het pogen de wetenschap naar de eisen van het evangelie te beoefenen en in haar gevolgen door te denken', als plicht ervaren werd, elkaar zo lang mogelijk vast te houden en het uiteenbuigen van de wegen diep betreurd zou worden. Blijkens zijn reactie was Bingle een beetje moe van dit herhaald vragen om duidelijkheid in een zaak die volgens hem klip en klaar helder was.35 'Ons kan verder skriftelik gedagtes wissel', antwoordde hij, 'alhoewel ek van mening is dat dit, indien daar nie spoedig tot 'n samespreking gekom word nie, maklik kan verloop in 'n heen en weer skrywery wat nie tot maande beperk sal bly nie maar oor jare kan ontwikkel sodat die saak maklik doodgeslaan kan word, en ek is van mening dat die onderhawige saak iets beters as dit verdien'. Maar goed, ging hij voort: 'Ek probeer dan op u verdere probleme antwoord'. Bingle had zijn concept voorgelegd aan Tjaart van der Walt, en die had begrip getoond voor 'die toon van ongeduld' in diens brief, want 'die Hollanders se brief is formeel goedgesind, maar in sy geheel tog 'n teleurstelling'. 306 Hij voegde er aan toe, dat hij intussen een briefje van Brinkman had ontvangen 'oor hulle interne spanninge; blijkbaar is hulle brief weereens so opgestel om tussen die botsende standpunte in hulle eie geledere te probeer deurskipper'. Daarom benadrukte hij ook de uitnodiging aan de vu tot persoonlijk gesprek, zoals in Bingle's concept opgenomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's