Bijzondere chemie?! - pagina 27
75 jaar scheikunde aan de Vrije Universiteit
DE
VEREENIGING
vereniging aanwijzen. Alle leden van de vereniging hadden stemrecht. Tot de begunstigers behoorden zij die minder dan het gestelde minim u m betaalden maar toch de vereniging wilden steunen.
DE D I S C U S S I E
R O N D DE D O G M A T I S C H E
LEERSTOEL
Vlak na de oprichting van de vereniging werd De Savornin Lohman lid van de vereniging. De Savornin Lohman stemde van harte in met de politieke denkbeelden van Kuyper, maar had moeite met de tactiek die hij volgde op kerkelijk gebied. Kuyper's strijd tegen de ethischen en vooral de manier waarop die werd gevoerd, noemde De Savornin Lohman 'verderfelijk'. 9 Kuyper noemde de ethischen niet-gereformeerd, wat De Savornin Lohman een theologenkwestie vond. Volgens hem mocht de ene predikant de andere niet 'ijken als een ketter, zoolang hij niet positief den strijd van diens leer met de belijdenisschriften aantoonde'. 10 Hij vond de Drie Formulieren van Enigheid als grondslag voor de vereniging eigenlijk te eng. Hij was echter door Rutgers ervan overtuigd dat ethische studenten die verklaarden in te stemmen met de belijdenisgeschriften, ook zouden moeten worden toegelaten tot de nieuwe theologische opleiding. Toen er een golf van artikelen van Kuyper in De Heraut verscheen met als doel bestrijding van de ethischen, kwam De Savornin Lohman in een moeilijk parket. Hij wilde een open relatie met de ethischen, maar raakte tegelijkertijd steeds meer betrokken bij de oprichting van Kuypers vrije universiteit. Als voorlopig bestuur van de vereniging waren op de vergadering van 5 december 1878 A. Kuyper, F. L. Rutgers en J. J. Glinderman benoemd. Bij de tweede vergadering van de vereniging in juni 1879
wer
"
den overeenkomstig de statuten vijf directeuren benoemd: W. Hovy als voorzitter en verder I. Esser, G . H . L . Baron van Boetzelaar, S.J. Seefat en J. J. Glinderman. De Savornin Lohman deed aan de directeuren het voorstel om op korte termijn curatoren te benoemen, die vervolgens twee hoogleraren moesten aanstellen. Het doen van dit voorstel had als gevolg dat men De Savornin Lohman vroeg curator te worden, naast ds. J.W. Felix, mr. A.W. van Beeck Kalkoen, ds. A. H. de Hartog en mr. L. W. C. Keuchenius. In augustus 1879 stelden de curatoren voor drie hoogleraren in de godgeleerdheid te benoemen: Kuyper voor de historische, Rutgers voor de exegetische en Hoedemaker
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 301 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 301 Pagina's