GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 328

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 328

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERKENNINGEN

Die notulen waren, zoals gezegd, zeer voorzichtig geformuleerd. Het memorandum waarnaar Van Winter verwees, en dat althans aan een aantal van de aanwezigen bekend was, was namelijk veel explicieter: de vooroorlogse bestuursleden van het Studiefonds voor ZuidAfrikaanse Studenten huldigden in meerderheid 'fascistische sympathieën'; reorganisatie ervan was dus gewenst. 122 Tegen die achtergrond had het advies van Van Winter, dat het Studiefonds consequenties moest trekken bepaald geen vrijblijvend karakter. Het betekende kortweg een zuivering van het Studiefonds. Maar naar de hierboven gereleveerde correspondentie tussen Broekman en Bokhorst aangaf, waren de NZAv-bestuurders niet zonder meer van plan te bukken voor die druk. Ook niet, toen ambassadeur Visser, in april-mei 1946 op werkbezoek in Nederland, persoonlijk wees op de noodzaak van zuivering en daarbij 'voornamelijk het oog had op Professor van Schelven'. Volgens Visser had het Hoofdbestuur de boodschap begrepen: 'in deze zal ingegrepen worden'. 123 Maar zo eenvoudig ging het niet. Van Schelven kreeg kennelijk alle ruimte, zich te verdedigen. Vandaar dat hij een brief zond aan D. Pont te Pretoria, die als woordvoerder van het Komitee Nederland-Suid-Afrika optrad en opsteller van de kritische memoranda was. 'Mij is ter oore gekomen', aldus Van Schelven op 23 mei 1946, 'dat er in Zuid-Afrika tegenwoordig nogal over mij gepraat en "hoofdgeschud" wordt. Waarom is mij niet geheel duidelijk. Legt men mij politieke onbetrouwbaarheid ten laste? Of geldt het hier meer 'n berichting van ongeoorloofd werken, om Zuid-Afrikaners als leerlingen naar de Vrije Universiteit te lokken; een misbruik maken van mijn positie als lid van het Bestuur der N . Z . A . V . en als voorzitter van het Studiefonds dier vereeniging? Misschien allebei wel tegelijk'. 1 ^ Onmiskenbaar deed Van Schelven zich hier onschuldiger voor dan hij was, maar duidelijk is ook dat Visser of het ministerie van Buitenlandse Zaken in dezen geblunderd had, want hoe anders had Van Schelven geweten, dat over hem in Zuid-Afrika gesproken werd? Pont schreef dan ook een brief op poten aan ambassadeur Visser. 125 Maar anderzijds onderschatten de Nederlandse vrienden van Zuid-Afrika in Amsterdam 'de bezwaren aan Zuid-Afrikaansche kant' tegen Van Schelvens deelname aan de Nederlands-Zuid-Afrikaanse betrekkingen, aldus Pont.126 Er was voorgezette druk nodig, om Van Schelven zijn lidmaatschap van Hoofdbestuur en Studiefonds van de N Z A V

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 328

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's