De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 203
[Deel 2]
IN GOED
VERTROUWEN
De geschiedschrijving heeft tot taak, recht te doen aan de voorgaande generaties. Om te pogen het verleden te verstaan en te verhelderen, door nauwkeurige en genuanceerde reconstructies. Niet om de mensen van toen te beoordelen - wie zijn wij? Wel om hopelijk inzicht te krijgen in hun problemen, hun beperkingen en vooroordelen, hun door tijd en plaats bepaalde inzicht en handelen. Dit boek beschrijft de geschiedenis van de betrekkingen tussen de v u en Zuid-Afrika, op allerlei punten en zelfs en detail. Ook de minder succesvolle kanten. Niet alles was in de gloria. De v u viel soms tegen, de studenten vielen soms tegen, er waren persoonlijke teleurstellingen en beloften werden niet altijd gerealiseerd. Het persoonlijke en het algemene, het toevallige en het structurele naderde elkaar op dat niveau niet zelden. Zuid-Afrikanen en Nederlanders, zo bleek daarbij telkens, waren elkaar op allerlei punten vreemd. Want de begrippen stamverwantschap en geestverwantschap waren minder helder dan de woorden klonken. De geschiedenis van de betrekkingen van Nederland met Zuid-Afrika, en ook die van de v u met haar Zuid-Afrikaanse broeders, is een verhaal met vele misverstanden. De Nederlanders en Afrikaners die elkaar in 1880 ontdekten, hadden natuurlijk allerlei dingen gemeen. Zij waren stamverwant, zij spraken dezelfde taal en zij deelden dezelfde cultuurerfenis. Nederlandse en Zuid-Afrikaanse gereformeerden lazen dezelfde Statenbijbel en zij zongen dezelfde psalmen, zij leefden in dezelfde confessionele en kerkelijke traditie. Maar met al dat gemeenschappelijke erfgoed en de onmiskenbare wederzijdse gevoelens van sympathie, samengevat in begrippen als stamverwantschap en geestverwantschap, zo leert ons onderzoek, bestonden er tussen Nederlanders en Afrikaners allerlei verschillen, in karakter en ervaring, in context en uitdagingen, in belangentegenstellingen. De persoonlijke omgang stelde vanouds niet zelden teleur. Hollanders vloeken en drinken, gaan niet naar de kerk en zijn parmantig - eigenwijze betweters zijn het, wisten de Boeren al snel; Hollanderhaat was in de Boerenrepublieken een bekend verschijnsel en ze stierf na 1 9 0 2 in Zuid-Afrika niet uit.5 Omgekeerd hadden de stamverwante Hollandse immigranten geen hoge dunk van de 'zonen des lands'. Th.M. Tromp,, voormalig secretaris van de Transvaalse staatspresident Th. Fr. Burgers, concludeerde 1879: 'Behalve laf, zijn de Boeren valsch, huichelachtig, meinedig, onredelijk, ongastvrij, lui, vuil en on-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 376 Pagina's