GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 17

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

pedologie: ‘de wetenschap van het kind’

16

pakte de aanzet die Chrisman gaf op. Hij was een van de eerste onderzoekers in het Nederlandse taalgebied die zich met pedologie bezighield. Zo richtte hij in het begin van de twintigste eeuw het Paedologisch Gezelschap op, dat jaarlijks in Mechelen bijeenkomsten hield. Vanaf 1904 werden de daar gehouden lezingen gebundeld in het Bulletijn van het Algemeen Paedologisch Gezelschap. Hij bevorderde het wetenschappelijk onderzoek van het kind door middel van ‘positieve’ methoden, waarmee hij bedoelde dat deze gebaseerd moesten zijn op waarneembare feiten.2 Schuyten verzette zich daarmee tegen de traditionele pedagogiek of opvoedkunde, die hij beschouwde als een verzameling opgedrongen dogmatische regels en opvattingen over ‘het kind’. De pedagogiek was wel bezig zich daaraan te ontworstelen en een echt wetenschappelijk stelsel te worden, door ook de nadruk te gaan leggen op observatie, maar de pedologie was dat al van meet af aan.3 De pedologie of ‘de wetenschap van het kind’ bestreek aan het begin van de twintigste eeuw een groot aantal onderzoeksterreinen: schoolhygiëne, antropometrie (het meten van de schedel en lichaamsverhoudingen), fysiologie (lichamelijk functioneren), psychologie, pedagogiek, sociologie en zelfs geschiedenis.4 Gaandeweg verdween het woord uit het spraakgebruik. Aan het einde van de twintigste eeuw komen we het begrip alleen nog tegen in de aanduiding pedologisch instituut: een instelling, verbonden aan een universiteit, voor de klinische of poliklinische behandeling van probleemkinderen en hun gezinnen. Na het pi van Waterink ontstonden zulke instituten ook in Nijmegen (1936), aan de Universiteit van Amsterdam (1948), Leiden (1960), Rotterdam (1964) en Groningen (1969). Opmerkelijk is echter dat tegenwoordig, evenals aan het begin van de twintigste eeuw, pedologie in de aanduiding staat voor twee zaken: universitair onderzoek en een multidisciplinaire benadering. pi-medewerkers zijn afkomstig uit diverse academische disciplines, zoals klinische psychologie, ontwikkelingspsychologie, kinder‑ en jeugdpsychologie, orthopedagogiek, klinische onderwijskunde en kinderpsychiatrie en ‑neurologie. De band met de universiteit is van belang om diagnostiek en behandeling een wetenschappelijke onderbouwing te geven en om met de resultaten uit de behandelpraktijk weer de wetenschap te dienen.5

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 16 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's