GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 25

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

pedologie: ‘de wetenschap van het kind’

24

delmetingen ‘in verband met intellect-inschattingen’ bij jongens en meisjes, terwijl de jurist J. R. B. de Roos een verhaal hield over de resultaten van de in 1905 uitgevaardigde Kinderwetten.20 Congresvoorzitter C. Winkler, hoogleraar in de klinische neuropathologie en psychiatrie, benadrukte in zijn openingsrede het brede veld waarover gesproken zou gaan worden. Hij gebruikte niet expliciet het begrip pedologie, maar ‘kinderpsychologie’. Psychologen, psychiaters, pedagogen en pedologen waren het volgens de voorzitter over één ding eens: ‘Wat men bij de vorming van het kind beoogt, is: het kind berekend maken voor den, hem als volwassene wachtenden, levensstrijd.’ Dat de congresgangers het over een groot aantal zaken niet eens waren, was ook de bedoeling: op een congres worden immers meningen uitgewisseld, tegenstanders aan het woord gelaten, zodat ‘men elkander beter zal leeren verstaan’.21 De twee congresdagen waren in drie secties onderverdeeld: de psychologie, de pedagogiek van het normale kind en de psychologie en de pedagogiek van het abnormale kind. In de bundel naar aanleiding van dit congres sprak het bestuur de hoop en de verwachting uit, ‘dat het eerste Nederlandsche congres voor Kinderstudie vele lauwen zou opwekken om met belangstelling kennis te nemen van de vorderingen dezer jonge wetenschap en de voorgangers zal aanzetten, met meer volharding en opgewektheid voort te gaan op den ingeslagen weg, het kind tot zegen.’22 Er was in 1913 nog veel werk te verrichten. Enige jaren later zouden enkele wetenschappers deze handschoen oppakken met hun tijdschrift Kinderstudie. Paedologische bladen. De redactie van Kinderstudie (1916-1924) bestond uit een gemeentearts, een pedagoog en een psycholoog die ook bij het buitengewoon onderwijs betrokken was.23 Gemeenteartsen waren toentertijd belangrijk in verband met de selectie van kinderen voor het buitengewoon onderwijs.24 In de zeven jaar dat het blad bestond, passeerden tal van onderwerpen de revue: kindertekeningen, de ontwikkeling van de getalsvoorstelling bij het kind, de invloed van lichamelijke inspanning op het schoolwerk, de kinderfantasie, de ontwikkeling van het taalvermogen, begaafdheid, de achteruitgang van het verstand bij achterlijke kinderen, spraakontwikkeling, beroepsgeschiktheid en puberteit. Daarnaast hield het tijdschrift de lezers op de hoogte van wat er in de buitenlandse bladen verscheen en besprak het nieuwe studies. In de eerste drie jaargangen publiceerde de Amsterdamse gemeen-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 24 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's