Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 52
Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)
ontstaan van het pi in amsterdam
bij deze instelling behorende school. Groot Emmaus was in 1907 gesticht als gevolg van de invoering van de kinderwetten in 1905. Hier verbleven vooral kinderen die met justitie in aanraking waren geweest en op last van de rechter opgenomen waren.16 De eerste onderwijzer van de daaraan verbonden school, P. Eisses, kwam naar het Paedologisch Instituut in Amsterdam en zou daar tot in de jaren zestig het hoofd van de school blijven. Tegelijkertijd kwam een zus van Waterink, de toen 33-jarige weduwe E. G. J. de Jong-Waterink in dienst als hoofd van de huishouding. Tevens werden drie verzorgsters aangenomen, waarvan een de functie hoofdverpleegkundige kreeg. Daarnaast was er nog personeel voor de keuken. Het bestuur van ’s Heeren Loo stelde alles in het werk de onderneming van Waterink te doen slagen. Naast de betaling van het verzorgend personeel, gaf het Waterink een tegemoetkoming van vijftig gulden per maand voor een secretaresse, nog eens tweehonderd per jaar voor een aan te leggen wetenschappelijke bibliotheek en eenmalig fl. 250 voor propagandadoeleinden als advertenties in tijdschriften.17 Waterink verzekerde zich er bijtijds van dat ook zijn wetenschappelijk onderzoek was veiliggesteld. Op zijn verzoek vroeg het bestuur van ‘s Heeren Loo aan Veldwijk of de in de Valeriuskliniek aangestelde assistent J. H. Baas, Waterink mocht helpen bij het onderzoek voor een halve dag per week. Tevens stond Veldwijk toe, dat desgevraagd de hoogleraar psychiatrie en neurologie Van der Horst Waterink van advies diende.18 Bij de opening waren talloze genodigden aanwezig, onder wie een wethouder, iemand van de Geneeskundige Dienst van Amsterdam, de Rector Magnificus van de vu en de inspecteur van het Buitengewoon Lager Onderwijs, Adriaen van Voorthuijsen. De Gemeente Amsterdam had inmiddels toch een kleine subsidie toegekend, omdat duidelijk was geworden dat het instituut een open toelatingsbeleid van kinderen zou hanteren. Tal van kranten en tijdschriften besteedden aandacht aan de opening en de woorden die daar gesproken zijn. Van Voorthuijsen had bijvoorbeeld opgemerkt, dat vanaf het ogenblik dat hij met onderwijszaken te maken kreeg ‘het gevoeld te hebben als een gemis, dat een wetenschappelijk instituut als dit niet bestond. Wel bestond het intelligentieonderzoek, doch dit is onvoldoende. We moeten de geheele persoonlijkheid leeren kennen om het goede, dat in haar sluimert, tot vol leven te kunnen wekken. In veel vraagstukken
Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 51 2e proef
51
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's
![Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 52](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/een-buitengewone-plek-voor-bijzondere-kinderen/2006/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's