Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 100
Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)
het paedologisch instituut op eigen benen
moest de herintrede van het kind in het gezin helpen bevorderen. Bovendien wilde men zo kunnen beoordelen of de behandeling het beoogde resultaat had opgeleverd. 20 Na tien jaar zette men toch vraagtekens bij dit vrij intensieve werk. Bovendien kwamen de meeste kinderen via een instantie binnen. Men ging zich dan ook afvragen of nazorg niet primair de zaak was van de verwijzende instantie die bovendien vaak dichter in de buurt van het gezin gevestigd was. 99 waterink als directeur Over Waterink deden de nodige anekdoten de ronde. Hij stond bekend als een persoon die kon imponeren, vaak onderhands zaken kon regelen en vele mensen persoonlijk aansprak, zo stelde Breimer. Hij was bovendien ijdel en gesteld op waardering. Sollicitanten hadden bij hem een streepje voor als ze zoon of dochter waren een bekende Nederlander. Opgenomen kinderen van bekende Nederlanders hielp hij graag persoonlijk, zo wist Mulder, waarnemend directeur van 1952 tot 1957, zich te herinneren. Hij vertelde de volgende anekdote over Waterink, die op zijn colleges ook kinderen ten tonele voerde om een bepaald ziektebeeld te verduidelijken: ‘De hoofdpersoon is Wim, debiele jongen en zoon van een publieke vrouw. Nadat Mulder hem gevraagd had of hij bezwaar had tegen zo’n optreden en deze vraag ontkennend had beantwoord, bracht Mulder hem de collegezaal binnen en zette hem op een stoel naast Waterink. Nadat Waterink gevraagd had hoe het met het knulletje ging, vroeg hij hem wat hij later zou willen worden. “Nou”, zei hij, “draaiorgelman dat lijkt me wel wat.” “Maar Wim”, zei Waterink toen, “dat kan toch helemaal niet. Daar gaan van die moeilijke boeken in en dan moet je verstand hebben van muziek. Je weet best dat je niet goed kan leren, dus dat gaat niet”. “Dan wil ik stuurman worden”, zei Wim toen. En weer legde Waterink, ditmaal wat omstandiger, uit dat dit niet mogelijk was. Wim, ondertussen zo giftig geworden, riep toen ineens: “Nou, als ik dan helemaal niets kan, dan word ik maar professor!” De studenten in de zaal lagen dubbel van het lachen en Wim was vanzelfsprekend de held van de dag.’ 21 Door differentiatie in de hulpverlening van het Paedologisch Instituut en de aanstelling van andere professionals raakte de rol van Waterink in de dagelijkse hulpverleningspraktijk langzamerhand uitge-
Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 99 2e proef
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's
![Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 100](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/een-buitengewone-plek-voor-bijzondere-kinderen/2006/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's