GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 117

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 117

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

grote sprong voorwaarts?

116

Het antwoord kwam van de grote afwezige zelf: Fortuyn gaf te kennen niet meer voor het lectoraat sociologie in aanmerking te willen komen. Vervolgens werd, in een poging de zich inmiddels vier maanden voortslepende affaire zo snel mogelijk de subfaculteit uit te helpen, besloten de benoeming niet naar de commissie terug te verwijzen. De subfaculteitsraad besloot stante pede Dick Kuiper als eerste op de voordracht te zetten. De stemmenverhouding was bizar: vijf voor, één tegen en negen onthoudingen.38 ‘Ondemocratisch,’ oordeelde Bovelander drie maanden later op de eerste vergadering van het nieuwe academisch jaar, nadat het bestuur kenbaar had gemaakt Kuiper ook daadwerkelijk te gaan voordragen. Wat voor een draagvlak had een benoeming die op slechts vijf stemmen berustte? Formeel was er echter niets op de voordracht af te dingen. Het bestuursreglement van de subfaculteit wachtte nog steeds op accordering door de overkoepelende faculteit sociale wetenschappen en het college van bestuur. Personeelsbenoemingen waren daarom strikt genomen nog steeds voorbehouden aan de vertrouwelijke vergadering, waarvan Schulte Nordholt en Henk van den Berg de rechtmatige bestuursleden waren. ‘Men krijgt de indruk,’ foeterde Bovelander, ‘dat het bestuur werkt met het nieuwe reglement zolang het uitkomt, maar terugvalt op de oude situatie wanneer het op die manier zijn zin kan krijgen.’39 Toch was er volgens de Rode Eenheid ook winst geboekt. De honderdurenbezetting en de aansluitende poging Fortuyn als lector sociologie voor te dragen hadden voor nieuwe bezieling gezorgd. ‘Op weg naar één sterke strijdorganisatie op de sociale faculteit!’ luidde de titel van een discussiestuk dat Albert Benschop en Ton Kee in juni 1972 op een seminar van de Rode Eenheid presenteerden. Het duo bepaalde de ideologische koers van de groep. ‘De echte theoreticus was Albert,’ aldus Kee. ‘Hij had mij echter nodig om tot enigszins begrijpelijke formuleringen te komen.’ Volgens het duo gaven de demonstratie in Utrecht, eind november 1971, en de bezetting van het hoofdgebouw blijk van drang naar massastrijd en massaorganisatie. Bovendien was een onmiskenbare antikapitalistische geest over de studentenbeweging vaardig geworden. Benschop en Kee wezen op het brede verzet tegen de collegegeldverhoging van tweehonderd naar duizend gulden, een noodsprong van ‘het in moeilijkheden verkerende kapitaal en zijn politieke waarnemers.’ De Brauw had er met zijn profijtbeginsel toe

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 117

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's