GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 197

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 197

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

religieuze symbolische systemen en religieuze regimes

196

ciologie als in de subfaculteit geschiedenis stond. Sutherland werd onder meer terzijde gestaan door historicus Dick Kooiman die in 1966, als assistent van lector Johan Thijs, in de subfaculteit culturele antropologie/niet-westerse sociologie werkzaam was geworden. Kooiman deed promotieonderzoek naar de opkomst tussen 1917 en 1937 van textielvakbonden in Bombay. Later maakte hij studie van de leef‑ en werkomstandigheden van paria’s in Zuid-India, in het bijzonder hoe hun positie veranderde onder invloed van de christelijke zending.48 De zes onderzoeksvelden van de subfaculteit culturele antropologie/niet-westerse sociologie werden in 1982, vanwege de voorwaardelijke financiering, ondergebracht in het mantelprogramma ‘Religie, macht en ontwikkeling’ (rmo). ‘Religie’ werd gedefinieerd als het zoeken naar antwoorden op fundamentele levensvragen, en werd als zodanig opgevat als een centraal element in de menselijke zingeving. Religie en macht waren, in hun samenspel, onlosmakelijk verbonden met problemen van onderontwikkeling. Niet zelden hadden ontwikkelingsactiviteiten nieuwe machtsconcentraties tot gevolg. Oude vormen van ongelijkheid transformeerden in nieuwe, waarbij voor een groot deel van de bevolking meestal geen sprake was van lotsverbetering. In dit laatste vlak nu lag de maatschappelijke relevantie van het rmo-programma, te weten een bijdrage proberen te leveren aan betere leefomstandigheden voor de minstbedeelden. Hiermee appelleerde het aan de grondslag van de universiteit, als enige onderzoeksprogramma van de subfaculteit.49 Niet dat dit door velen werd betreurd; de discussie over wat ‘normatieve wetenschap’ moest inhouden was een stille dood gestorven. Van de notie van ‘goed rentmeesterschap’ werd in het beleidspoliticologische en bestuurskundige onderzoek niet langer gerept, evenmin van evangelische compassie met ‘groepen onder druk’ in het sociologische onderzoeksprogramma, waarin hulpverlening geen bijbelse connotatie meer had. Wat aan christelijke inspiratie restte was hulp aan de verre naaste, zijnde de ‘o’ van ‘ontwikkeling’ in het onderzoeksprogramma ‘Religie, macht en ontwikkeling’ van de subfaculteit culturele antropologie/niet-westerse sociologie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 197

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's