Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 256

op zoek naar draagvlak

kend. De eerste fase diende een zodanig niveau te hebben dat het bachelordiploma op zich al een goede entree tot de arbeidsmarkt bood. De masterfase was – in search of excellence – uitdrukkelijk bestemd voor de even getalenteerde als gemotiveerde student, van wie werd verwacht in één of twee jaar de kroon op zijn studie te zetten, met als zwaartepunt en sluitstuk het schrijven van een thesis. De inkt waarmee dit alles in Bologna aan het papier was toevertrouwd was ouder dan menigeen dacht. Op de keper beschouwd ging de verklaring van de 29 onderwijsministers terug op het in hoofdstuk 4 genoemde, uit 1971 daterende oeso-rapport Towards new structures of post-secundary education.4 Bachelors moesten vooral voorzien in de behoefte van de modern-industriële samenleving aan breed inzetbare, praktijkgerichte academici: vakmensen in welvaart en welzijn, om te spreken met de commissie-Ontwikkeling wetenschappelijk onderwijs die zich eind 1971 bij de strekking van het oeso-rapport had aangesloten. De masterfase bood verdieping van kennis, ter voorbereiding op een wetenschappelijke carrière, maar diende tevens een flinke dosis kunde te bevatten. Ook masters moesten hun weg op de arbeidsmarkt kunnen vinden, voor specifieke beroepen op academisch niveau. Voor Sanders en de faculteit sociaal-culturele wetenschappen leek de onderwijshervorming als geroepen te komen, omdat ze de gelegenheid gaf af te rekenen met de kwade roep dat de faculteit een voortgezette hbo-school was. Dit imago was met name te wijten aan de opleiding sociaal-culturele wetenschappen die de vier ‘vrije’ studierichtingen verenigde: com (cultuur, organisatie en management), bco (beleid, communicatie en organisatie), mvb (maatschappelijke vraagstukken en beleid) en sociale gerontologie. De opleiding, waarbij verreweg de meeste hbo-instromers stonden ingeschreven en vwo’ers een kleine minderheid vormden, was er in augustus 2000 opnieuw slecht vanaf gekomen in de Keuzegids hoger onderwijs. Eigenlijk schortte het volgens de keurmeesters aan álles bij de opleiding scw: wetenschappelijk niveau, collegeruimtes, computervoorzieningen, persoonlijke begeleiding.5 Het oordeel deed weinig recht aan de studierichtingen mvb en sociale gerontologie die een beheersbare toestroom van hbo’ers kenden. Personeel en faciliteiten stonden dientengevolge onder minder grote druk. Dat com en bco drastisch moesten worden aangepakt was al meerdere jaren duidelijk. Het in april 2000 afgetreden faculteitsbe-

255

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen