Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 67

LXV

heid of in het verwerven van middelen om het leven aangenamer, den strijd om het bestaan gemakkelijker te maken. En zij, die eene ideëeler opvatting van de taak der wetenschap hebben, die waarlijk door onbaatzuchtige neiging tot haar worden gedreven, zijn voor een groot deel zoo in de strikken van het naturalisme verward, dat zij tot pessimisme vervallen en in scepticisme te gronde gaan, in plaats van de blijdschap der liefde te kennen. De hedendaagsche wetenschap sluit zeer beslist en stellig den almachtigen God buiten haar gebied; zij spreekt dit openlijk uit bij monde van hen, die geacht worden hare uitnemendste beoefenaars en vertegenwoordigers te zijn. 't Ongeloovig hart zoekt vastheid en zekerheid in 't- schepsel in plaats van in den Schepper, maar vindt natuurlijk niet en zal op deze wijze nimmer vinden wat zij zoekt. Maar de gevolgen zullen niet achter blijven. Waar God buitengesloten wordt, daar is de liefde buitengesloten, en daar zal ook de liefde voor de wetenschap verflauwen en allengs verdwijnen. Dat leert ons de geschiedenis der volken, zoowel als de geschiedenis der kerk. Wij doen daarmede niets te kort aan den ijver, waarmede onze eeuw het onderzoek op allerlei terrein krachtig heeft voortgezet en in verschillende richtingen heeft uitgebreid; we erkennen gaarne, dat onze kennis verbazend is vermeerderd en nog dagelijks vermeerderd wordt, dat veel van hetgeen vroeger duister was in meerdere of mindere mate helder en klaar is geworden; dat de naar onze overtuiging eenig ware wetenschap winste heeft gedaan en nog meer winste kan doen met de vruchten van het ingestelde onderzoek en de vermeerderde kennis. We erkennen dit alles en beweren toch, dat de wetenschap, zooals zij tegenwoordig beoefend wordt door de groote meerderheid harer jongeren en vereerders, geen ware wetenschap is en geene liefde wekken kan, omdat zij den waren grond mist en niet de kennisse Gods tot einddoel heeft. Haar ontbreekt wat een wezenlijk vereischte is voor de wetenschap ; een alles omvattend organisch verband; haar ontbreekt eene redelijke en zedelijke grond ter verklaring der verschijnselen; zij vergenoegt zich met constateering en beschrijving van eene of meer vaststaande feiten; haar ontbreekt eindelijk kennis vanhaar oorsprong en qinddoel. Deze valschelijk genaamde wetenschap kweekt hoogmoed en zelfzucht, want zij stelt den onderzoekenden en kennen den mensch op den troon: de kennis maakt opgeblazen, zegt de Apostel en van Babyion, de moeder veler wetenschappen, zegt de profeet Jesaja ^). aUwe wijsheid en uwe wetenschap heeft u afkeerig ') Jesa'a il:

10. Y

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen