GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 34

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXII

voor de beoefening der godsdienstwetenschap in het algemeen, derhalve voor de zuivere historische en litterarische vakken op het gebied der theologie." De Regeering duchtte in zoodanige faculteit hevigen strijd en kwijnend leven en tucht. En is nu de theol. faculteit aan onze Staatsuniversiteiten iets anders, dan waarvoor de Regeering toen waarschuwde? Hoort de senaten der Leidsche en der Stichtsche hoogescholen, toen de tegenwoordige wet tot stand kwam: De Leidsche wilde een faculteit der godsdienstwetenschap (dus niet godgeleerdheid) overal; de Utrechtsche behoud eener theol. faculteit voor leeraren der Herv. Kerk, en vroeg een inrichting, zoo mogelijk, die haar bruikbaar maakte tegelijk voor het Roomsch- en het Herv. Kerkgenootschap. Bleek dit onmogelijk dan zou de senaat toch haar opheffing niet durven aanraden. — En de uitkomst? Een theol. faculteit bezitten feitelijk de Staats-universiteiten niet meer; ook ondanks hetgeen art. 41 dier wet zegt. In het ontwerp, door de Regeering ingediend, kwam zij niet voor; eerst door een amendement kwam zij er in, doch tijdelijk. De Minister achtte het 't best: haar tijdelijk te laten wat zij was, om der Herv. Kerk tijd te gunnen het onderwijs harer leeraars zelf te regelen, en het resultaat af te wachten. Het vonnis echter is reeds gedeeltelijk voltrokken, want wat den naam nog draagt verdient dien niet meer; de heer Wintgens noemt haar o. m. „een hchaam, waaraan het leven ontvloden is" — een lijk dus. Eigenlijk is het een faculteit der godsdienstwetenschappen geworden, d, i. men leert er niet wat God is, en gedaan en gesproken heeft, maar wat de mensch (Jood of Heiden) van hem denkt. Zóó is men dus op naturalistischen bodem gekomen. Is nu ook al het uitgangspunt niet de loochening Gods, dat doet niets ter zake voor den feitelijken toestand. Uit dit een en ander blijkt alzoo de onmogelijkheid voor de de Overheid om zelf hoogescholen te stichten en te bezetten en te onderhouden, indien zij onpartijdig wil zijn en werkelijk de wetenschap bevorderen. Toch, de Theologie moet onderwezen en onderwezen in verband met de andere wetenschappen. Dus is er geen andere weg dan stichting van Vrije Universiteiten. Al het gezegde resumeerend, volgt daar dus uit, dat uit wetenschappelijk zoowel als tiit staatkundig oogpunt de Vrije Universiteiten eisch zijn des tijds. II. De Gereformeerde beginselen leiden tot hetzelfde resultaat, daar zij tegen alle syncretisme gekant zijn. De beginselen, ook op wetenschappelijk gebied liggend, zijn historisch kenbaar. Onder deze is er één, dat alle beheerscht, en zijn toepassing vindt op elk gebied: God is absoluut souverein. Uit deze Souyereiniteit vloeit elke andere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Jaarboeken | 189 Pagina's

Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Jaarboeken | 189 Pagina's