GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 37

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

xxxvli in de zitting van 27 Maart op het tegenwoordig Art. 59 een amendement voorstelde waarin hij de lectoren weerde, van wie men volgens hem, „nooit veel hoorde dan bij academische plechtigheden, waarbij zij als ze dan met hun claque en kuiten voor den dag kwamen, maar werden uitgelachen", en de buitengewone hoogleeraren in de wet trachtte te krijgen, is dit amendement met 53 stemmen tegen en 15 stemmen voor verworpen. Aldus kent de wet van 1876 voor de Staats-Üniversiteiten drie categorieën van academische leeraren: Hoogleeraren, Lectoren en Privaat-docenten. De eerste, zijn naam professor duidt het aan, is de man die er zich voor uitgeeft, dat hij het vak van wetenschap dat hij doceert ten volle beheerscht. Op voordracht van Curatoren, de faculteit gehoord, wordt hij door de regeering levenslang fiangesteld en gehonoreerd en op zijn zeventigste jaar geëmeriteerd. De lector, met wiens benoeming men bedoelt èf gelijk vroeger bij de professores extraordinarii het behouden van een of ander uitstekend voorwerp voor, óf het verbinden van bekwame specialiteiten aan de Universiteit, wordt door de Regeering tijdelijk aangesteld, geniet, gelijk wij zagen, een jaarwedde uit 's Rijks kas; zijn onderwijs in een der bijkomende vakken strekt tot aanvulling en hij behoort niet tot den Senaat. De privaat-docent eindelijk wordt op eigen verzoek, Curatoren gehoord, door de regeering toegelaten. Voor hem is echter, wat zelfs voor professoren en lectoren niet noodig is, de doctorstitel onontbeerlijk. Hij ontvangt geen salaris van den Staat. Zonder aan de hoogeschool verbonden te zijn ondernemen zij, zooals de heer Heemskerk het uitdrukte, geheel op eigen risico, a leurs risques et perils, om onderwijs te geven in de plaats waar een hoogeschool gevestigd is en mogen lesgelden heffen van de studenten, die hun lessen willen volgen. Volledigheidshalve dient hier nog gewezen te worden op de Stedelijke Universiteit van Amsterdam waar de toestand in deze eenigszins anders is dan aan de Rijks-Universiteiten. De buitengewone hoogleeraren aan de Rijks-Universiteiten verdwenen, zijn aan de Stedelijke Universiteit van Amsterdam weer te voorschijn gekomen en tusschen de hoogleeraren en de lectoren ingeschoven. Het was juist dezer dagen bij het heengaan van Prof. Mr. H. P. G. Quack van de Stads-Universiteit, dat zijn ambtgenoot Van Hamel opmerkte t „De Amsterdamsche Universiteit heeft het voorrecht ook buitengewone hoogleeraren te kennen, maar het is een fatum dat daaraan verbonden is, want maar al te vaak wordt het tijdelijk karakter van die betrekking uitgesproken, zooals thans." De Raad van Amsterdam toch schreef deze academische waardigheid naast de drie der Staats-Universiteiten in zijn verordening

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's