GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Achttiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXIII

VERSLAG DER VEREENIGING OVER HET JAAR

1 ^ O

'T", /

„Tot de volmaaktheid voortvaren" was de bezielende, aan den Hebreenbrief ontleende, gedachte waarmee onze hoogleeraar Mr. D. P. D. Pabius te Rotterdam, als Yoorzitter, de jaarvergadering opende. Bezielend ook in haar toepassing op onze Vereeniging. Haar doel toch is een Hooger Onderwijs in stand te houden, dat niet alleen geheel beheerscht wordt door het gezag der Heilige Schrift, maar tevens er naar streeft de in die Schrift geopenbaarde kennisse Gods al beter^ mocht het zijn volmaakt te verstaan en te doen verstaan. En ook daarom nu was dat „tot de volmaaktheid voortvaren" zoo bezielend voor onze Vereeniging, omdat zij er weer door verlevendigd werd in haar besef, dat in die Schrift een tijd en eeuwigheid, hemel, en aarde. God en mensch omvattende gedachten wereld ligt. Een gedachtenwereld van God zelf en daarom niet straffeloos te verwaarloozen bij het denken des menschen. Een rijke schat van goddelijke gedachten. Immers, gelijk toen werd gezegd: „Zij die, zoo het heet, den ganschen Bijbel op één stuivertje saamvatten, maar inderdaad uit dien rijken schat zich met één stuivertje tevreden stellen, handelen niet naar het woord des Apostels." Dit teekende het verschil tusschen den Methodist en den Calvinist. Juist omdat de dierbare waarheid van „een rijke Jezus en een arme zondaar", hoe zielzaligend ook, voor ons Calvinisten toch slechts een deel uit de volle gedachtenwereld der Schrift is; en bovendien wat in den Kerstnacht de engelen zeggen: „Eere zij God in de hoogste hemelen" ons nog nader aan het hart moet liggen, kunnen wij Calvinisten de instandhouding van een Hooger Onderwijs bedoelen, dat God eert door met Zijne gedachten te rekenen. Wij gaan daarom voort, ook al is zulk een onderwijs voor het, den rijkdom der Schrift miskennend Methodisme een dwaasheid, en voor het Rationalisme, dat het gezag der Schrift ontkent, een ergernis. Hebben wij in de Schrift de ons geopenbaarde kennisse Gods, Zijn wereld van gedachten; om, tot de volmaaktheid toe, die gedachten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Jaarboeken | 197 Pagina's

Achttiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Jaarboeken | 197 Pagina's