Twee-en-dertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 44

XLII

onderwee op den grondslag der Gereformeerde bieginselen geen Rockefellers, en Carnegie's gevonden worden, maar onze Universiteit behoieft ook niet zoo grootscheeps uitgernst te zijn als vele universiteiten in Amerika en Schotland. Ik zou ook voor haar wel de bede willen uitspreken: „Armoede of rijkdom geef h a a r niet, voed haar met het brood van haar besoheiden deel" (Spr. 30:8). En daarom zou ik het voor haar dan ook niet wenechelijk achten, d a t zij uit hare eigen vaste inkomsten kan bestaan, en dus contributiën en bijdragen van leden en begunstigers 'niet noo'dig had. Dat zou voor haar uiterlijk en innerlijk bestaan een zeer gevaarlijke toestand kunnen zijn. Zij moet voeling en verband houden met het G-ereformeerde volk in den ruimsten zin, met allen die, 'tzij ze dan kerkelijk tot de Gereformeerden of tot de Hervormden behooren, van de uitwerking en toepassing der Gereformeerde beginselen heil verwachten ook voor d e wetensoha.x), in theorie en practijk. Wanneer dezen allen samenwerken en naar vermogen in de kosten bijdragen, kan er nog zooveel meer gedaan worden, dan thanis geschiedt. En eindelijk zou het niet meer dan billijk zijn, d a t ook de Staat in de kosten bij^droeg. In beginsel is in lart. 197 der Hoogeronderwijswet bepaald, d a t van Staatswege eene tegemoetkoming in de kosten van h e t bijzonder universitair onderwijs kan worden verleend. Men hoort wel eens verluiden, d a t de Vrijte Universiteit reeds / 100.000 uit de Staatskas trekt. Die mciening is echter geheel onjuist. Volgens het genoemde art. 197 wordt eene tegemoetkoming in de kosten slechts verleend voor de voorziening- in o n d e r w i j s l o k a l e n, en is tevens bepaald, d a t deze tegemoetkoming over een tijdvak van vijf en twintig jaar een beidrag van f 100.000 niet te boven .mag gaan. Uit de wet kan worden afgeleid, d a t de regeering deze / 100.000 ineens kan geven, met verplichting echter voor de Vrije Universiteit, d a t zij, wanneer zij vóór h e t einde dezer viJf en twintig jaren gesloten of de aanwijzing ingetrokken werd, voor elk jaar, d a t alsdan, a a n de vijf en twintig jaar ontbrak, / 4000 moest teruggeven. Dat is echter niet geschied; zooals uit ons jaarverslag (blz. L V l I l ) blijkt, ontvangt onze Vereeniging slechts / 4000 per jaar, niets meer; niets voor de traktementen der hoogleeraren, niets voor hulpmiddelen bij het onderwijs. Blijft dat artikel onveranderd, d a n zou, ook wanneer zulke dure faculteiten als de geneeskundige en de wis- en natuurkhindige waren ingericht, de Vereiehiging daarvoor geene tegemoetkoming in de kosten kunnen verwachten. Dit zou ik eene ergerlijke onbillijkheid achten. Wanneer het a a n t a l onderwijslokalen door uit-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen