Acht-en-dertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23
XXVII
200 lieel anders geworden en maakt men zich niet langer w^js — a l leeraren velen nog anders — d a t men liet zonder geloof afkan in de wetenschap- Uit deze gewijzigde heschouwing nu gaat ook. langzamerhand een andere gezindheid tegenover ons wetenschappelijk standpunt voortvloeien. Voeg nu daarbij, dat door den gang van de feiten in het werkelijk leven ons Christelijk volksdeel niet langer een schuilende schare is, maar een meetellende macht is geworden, waardoor ook aan de openbare universiteiten hoogleeraren van positief Christelijke belijdenis geen uitzondering meer vormen, en ge gevoelt, hoe door den enormen arbeid van de ouderen onder ons eenerzij ds en de kentering in den kring der ongeloovige wetenschap anderzijds, oen nieuwe toestand is geboren, die ons nieuwe eisohen stelt. Spreker wenschte in verband daarmede-tweeërlei opmerking te maken. Vooreerst, dat xiit de tegenwoordige gesteldheid van het geestesleven voortvloeit, dat de studie zich, veel meer dan vroeger nuttig en noodig was, zal hebben te richten op feitelijk onderzoek en afgeleide stellingen. Toen bestreed men van de overzijde het goed recht van ons beginsel als zoodanig, thans geeft men dat toe, maar vraagt men ons, de vruchtbaarheid van dat beginsel te tooncn door de toepassing er van te geven op de brandende kwesties van den dag. Spreker is voor zicli overtuigd, dat het voor h e t indragen van onze beginselen i n ons volksleven een bij uitnemendheid gunstige tijd is. Maar daarnaast weiïscht spreker te waarschuwen, om door de tegemoetkoming, die onze Geref. geestesrichting thans bij andersdenkenden meer dan vroeger vindt, zich niet te laten verlokken, om in den zuiveren wijn onzer beginselen ook maar één droppel water te mengen. Samenwerking, zoo mogelijk, uitnemend, maar fusie of grcnsverschuiving — dat nooit. Integendeel, zal saamwerkingwaarlijk vrucht drag-en, dan moeten wij ons Gereformeerde geestestypo, zooals anderen het hunne, getrouw en onverflauwd bev/aren.' _ . Thans verzocht spreker den aanwezigen, van hun zitplaatsen op t(; staan en aan te hooren de volgende woorden, die ter nage<lachteni& van wijlen Prof. E u t g e r s werden uitgesproken: Broeders en zusters, toen in Maart de mare door het land ging, dat Prof. Eutgers van ons was weggenomen, toen voelden we allen, ^ t een verlies was geledein, d a t nooit meer lean worden goed gemaakt, dat een plaats was- leeg geworden, die niet meer vervuld zal worden. Met Dr. Kuyper is, hij de man g-eweest, die de geloofsdaad heeft aangeclurfd om onze Uiniversiteit op te richten en wiens oi-denende geest heeft gewaakt, dat men niet verliep in een impulsieve gevoelsuiting, maar dat men een wel-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1918
Jaarboeken | 260 Pagina's