Twee en veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 17

XIX

Maar wel kan met dank aan God getuigd worden, dat niet was verwacht dat d e belangstelling en medewerking zoo algemeen zou zijn. Voorzoover bij het afdrukken van het jaarverslag reeds cijfers kunnen gegeven worden, deze hier achter vermeld. E n wat ook bemoedigd is, dat ons volk en onze Universiteit weer als vroeger beseffen dat zij elkander niet kunnen missen. Beseffen, dat zij elkander, zoo ooit, dan wel in deze tijden, noodig hebben. Tijden, waarin de Christenheid op het gebied van het gezinsleven en van het onderwijs; van dat der maatschappij en van het staatsieven tegenover zooveel geweldiger vijanden staat dan die Syriërs waartegen, in Eliza's dagen Israël te strijden had. De Gemeente des H e e r e n heeft, in de belofte van haren Koning, de zekerheid van niet te zullen worden overweldigd. Maar bij deze zekerheid m a g zij niet vergeten hare verplichting tot een voortdurende bestrijding van hare vijanden. E e n verplichting, waaraan wij werden herinnerd, toen de voorganger in de ure des gebeds, die aan de jaarvergadering voorafging, zijn bezielend woord deed uitgaan om niet als Israel's Koning, Joas, van het bestrijden der Syriërs traag en eigenmachtig af te laten. DIRECTEUBEIir. In de vacature, ontstaan door het aftreden van den heer H . W . van Marie Jr. werd benoemd de heer W . de Vlugt. Thans is aan de beurt van aftredin'g de heer H . Bos Kzn. De heer H . W . van Marie zag zich door velerlei bezigheden genoodzaakt voor eene eventueele benoeming thans te bedanken. H o e groot het voorrecht is, dat directeuren de toestemming verkregen van den heer H. Colijn, om hem als de eerste op de voordracht te plaatsen; daar missen zij toch noode uit hun kring '^en trouwen broeder, die, zooals de heer Van Marie, zich schier onmisbaar heeft gemaakt. Wij koesteren echter de verwachting, dat hij eerlang weder in onzen kring zal terugkeeren. CURATOREN E N HOOGLEERABEN. In het college van Curatoren kwam geen verandering. Prof. Mr. P . D . P. Fabius werd op verzoek eervol ontslag' verleend, met ingang van 1 December 1921. Nadat Z.H.G. den 24en Augustus 1919 tot hd van den R a a d van State was benoemd, richtte hij tot Directeuren -het verzoek, dat ambt te kunnen bekleeden, nevens het hoogleeraarschap. Toestemming

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen