Jaarboek 1925 - pagina 27

30

verlies toch niet vergoeden. Hun wetenschappelijke taak draagt ook een ietwat ander karakter. Zij ontmoeten groote moeilijkheden bij de vervulling ervan, die door het volk niet gevoeld worden in de mate, waarin dat moest. Zoo dreigt het gevaar der vervreemding, dat op den duur, wanneer God het niet verhoedt en wij niet met heiligen ernst biddend waken, den dood der V. TJ. moet beteekenen. Dezen toestand hebben we ook heden ernstig te beschouwen en onze Jaarvergadering moet meer dan een paradedag zijn. We hebben «Ikaar bier recht en diep in de oogen te zien, om goed te weten wat we aan elkander hebben, voor nu en voor de toekomst. Wanneer we ons aan die heilige zaak niet onttrekken, kan de uitkomst verblijdend zijn en de uitnemendste gevolgen voor V. U. hebben. Indien we echter zouden zeggen : „Vrede, vrede, en geen gevaar", zouden we ons aan een be. dwelming overgeven, die tot droeve dingen zou kunnen leiden. •Er zijn dus onmiskenibaar zware schaduwen. Doch er is ook verheugend licht. Laat me in de eerste plaats hier melding maken van het feest, dat ons aller bijzondere en beminde vriend Prof. Geesink heeft mogen vieren. Ge zult misschien mij de bedenking tegenwerpen, of hij dan een allemansvriend is ? Ik meen daarop te mogen antwoorden : in den goeden zin des woords : Ja ! En met Uilenspiegel voeg ik, eveneens in den liesten zin des woords, eraan toe : en daar heeft hij het naar gemaakt F We verheugen ons, dat God dezen begaafden broeder, die zulk een belangrijk stuk der geschiedenis onzer V. U. vertegenwoordigt, ons nog liet, en hopen nog lang niet alleen van zijn geleerdheid, doch ook van zijn rijpe levenswijsheid te mogen genieten. We leggen vooral ons oor te luister naar het klepperen der drukpers, die zijn Ethiek onder veler bereik zal brengen, en hopen, dat God hem en onze Hoogeschool zal geven, nog deze vrucht te mogen plukken, waarheen ons begeeren met. klimmend verlangen uitgaat naarmate onze tijd in zijn verwarring en leegheid roept om een Ethiek met forsche lijnen naar den,regel onzer beginselen. Er is een ander hoogleeraar, wiens jaren, naar we onlangs van hem vernamen, ook reeds beginnen te stijgen tot het niveau dat de schoonste uitzichten biedt maar tevens noopt om den tred wat in te houden. Deze schaduwzijde veranderde echter in een lichtzijde, toen -we van hem lazen — ge begrijpt reeds dat ik den hoogleeraar Kuyper bedoel — dat wanneer het niet moeilijk viel oude boomen ie verplanten hij bijna den lust niet zou hebben kunnen weerstaan om zijn krachten aan het ZuidAfrikaansChe Gereformeerde volk te gaan besteden. We zijn maar blij,, dat dit niet gebeurd is en we hem in welstand hier terug mogen zien,, nadat hij onze Gereformeerde Kerken en heel onze Gereformeerde leven en streven daar zoo waardig heeft vertegenwoordigd. We willen niet achterblijven bij de Zoeloekaffers, waarvan hij ons in de laatste

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen