Jaarboek 1927 - pagina 120

126 gaven betreft, blijkt ons b.v. uit de cijfers van het statistisch bureau der gemeente Den Haag, dat er gezinnen zijn, waarin ongeveer 3% pGt. van het totaal wordt uitgegeven aan deze niootinea. Natuurlijk worden de cijfers van het gemiddelde sterk beïnvloed door die gezinnen, die enkel uit vrouwen bestaan, of die, waarin de man niet rookt. Maar zelfs, wanneer al die gezinnen worden meegeteld, blijkt uit de door genoemd bureau in 1924 gepubliceerde cijfers, dat in een arbeidersgezin nog ruim anderhalf procent van de totaal-uitgaven gemiddeld aan tabak en sigaren wordt uitgegeven, en in een ambtenaarsgeziü gemiddeld 1.8 pCt. Dat wil dus zeggen, dat ziji, die in het algemeen tot de minder royaal uitgevonden behooren, toch nog voor 1% a 2 procent van hun uitgaven zich het genotmiddel taibak versohaffen. Gemiddeld] We spreken nu nog niet over andere genotmiddelen. Uit de boven gegeven cijfers nu blijkt tevens, dat door het offeren van één tweehonderdste deel van zijn tabak^genot men lonze Universiteit ,geeft, wat zij' vraagt. Dat wil dus zeggen, dat men door gemiddeld één tweehonderdste deel van 1.7 pGt. van het uitgegevene te offeren voor de vermeerdering van de contributie, méér dan voldoende kan bijeenbrengen, om elk jaar weer de nieuwe faculteit in stand te houden. l,/200 van 1.7 pGt., dat is 1/200 van 17/1000 oftewel zeventien tweehonderdduizendste deel van de totale uitgaven. Is het teveöl gevraagd voor ons Gereformeerde volk? We willen het eens heel eenvoudig zeggen: als dat niet mogelijk is, laten we dan van de wereld een brevet van onmacht vragen! We houden ons overtuigd dat velen ook nog wel voor de onwilligen zullen mede-betalen. We zouden veel meer voorbeelden kunnen geven. Wie zioh de moeite geeft, eens na te gaan, hoeveel duizenden er op dit oogenblik door ons volk weer gegeven worden voor Christelijk Middelbaar en Voorbereidend Hooger Onderwijs, zal ook onmiddellijk moeten zeggen, dat de weinige tienduizenden, die de nieuwe faculteit Trraagt, daarbij geheel wegzinken. En toch zijn deze laatste noodig om de eerste goed te doen zijn en goed te doen blijven! Zeker, missahien zal ook het Rijk, dat thans meer dan vier millioeni subsidie geeft voor Bijzondere Hoogere Burgerscholen eens tegenover onze V. U. royaal moeten worden. Maar dat kan eerst dan worden begeerd, wanneer wij zóó offeren, dat later niet kan gezegd worden tot ons: gij' zijt groot en sterk geiworden door de hulp van de publieke kas.^ Dat willen wiji niet. Dat kunnen wij niet. Dat mogen wy niet toelaten. Wij zuilen groeien onder den zegen onzes Gods, en in getrouweid aan den eisch van ons beginsel. Door geloof. Maar .geloof vraagt een offer. En nu weten we het, het geloof heeft altijd den tijd. Het kan wachten. Maar we hebben ook Uefdé. En liefde kan nooit wachten. Liefde heeft altijd haast. Zoo zullen dan geloof en liefde samen onzen weg bepalen. We hebben liefde genoeg om dadelijk te beginnen 'met het offer, met het grijpen, naar de verwezenlijking onzer idealen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen