GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1935 - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1935 - pagina 12

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 Maar is er reden om bezorgd te zijn? Wanneer wij zien, dat ontvangsten en uitgaven ten behoeve van onze Universiteit een cijfer bereikten van 306.000.— en wij bedenken dan op welke wijze een groot deel daarvan wordt samengebracht, hoeveel medeleven hieruit blijkt, hoeveel toewijding van de ongeveer twee duizend mannen en vrouwen, die bij de inzameling jaar in jaar uit behulpzaam zijn, worden wij dan niet stil tegenover deze dingen, tegenover het feit, dat dit alles toch kon worden uitgericht in een tijd, waarin welhaast alle berekeningen falen, en het is, alsof alle gereedschap om in den strijd om het bestaan te dienen, als bij de handen afbreekt? De Vereeniging en de Universiteit zijn er dan toch nog altijd, en alles kon ongestoord nog zijn geregelden gang gaan; en niet alleen dit, maar de achteruitgang van de contributiën kwam in het begin van dit jaar tot staan en nog zelfs eenige honderden guldens aan nieuwe toezeggingen konden dan toch nog worden geboekt. Is daar Gods hand niet in te zien, dat in dezen tijd, die zeer snel is om fouten bij anderen op te merken en in afkeurend aannemen van een negatieve houding, werkeloos te blijven toezien, in zoo trouwen samenwerkenden arbeid getracht wordt de moeilijkheden te boven te komen? Is het niet groot, dat steeds meerderen willen gaan medewerken, mannen en vrouwen, studenten en jongemannen in hunne vereenigingen? Is het geen reden van dankbaarheid, dat den vrager naar den toestand van onze Hoogeschool met oprechtheid kan worden geantwoord, dat het alleen de financiën zijn, die zorg baren? Het zal altijd wel zoo geweest zijn, en zeker in dezen tijd is het ook zoo, dat het werk van allen, hoogleeraren en anderen, die hunne krachten en toewijding aan onze Hoogeschool gaven, toch in allerlei opzicht weer bleek het werk van menschen te zijn, en als zoodanig verricht in veel zonde en gebrek; maar mag er in dankbaarheid geen acht op worden gegeven, dat alle die werkers tezamen toch blijken te staan op denzelfden grondslag des geloofs, bereid om te trachten gezamenlijk in eensgezindheid op het terrein der wetenschap hun arbeid te verrichten. Is daar Gods hand niet in te zien? Waarlijk, wanneer wij op dit alles acht geven, dan is er dus zeer zeker alle aanleiding om te zorgen, maar niet om bezorgd te zijn; want God heeft onze Vrije Universiteit in stand gehouden, ja Hij doet haar groeien; er is leven en groei. Zoo is er reden om te danken straks, wanneer wij voor de jaarvergadering zullen samenkomen, voor de vele zegeningen, die God de Heere ons gaf. „Daarom zijt niet bezorgd, want Uw hemelsche Vader weet dat gij deze dingen behoeft."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Jaarboeken | 175 Pagina's

Jaarboek 1935 - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Jaarboeken | 175 Pagina's