GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1936 - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1936 - pagina 37

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

35

en van onvergelijkelijke maohtsvolheid in haar hart sprak: „ik, en anders geen". (Zef. 2 : 15, vertaÜng Prof. Ridderbos). Ja zelfs meende de A'ssysiër de Goddelijke majesteit aan zich te kunnen onderwerpen. (Jes. 10 : 11). „Ik, en anders geen", het schijnt niet het leidend motief te zijn van de lieden van Juda en Jeruzalem, door Zefanja aangeduid als aanbidders, die trouw zweren aan den Heere èn zweren bij hun Melech. Zij willen het één met het ander combineeren. Naast den Heere willen zij andere goden dienen. In werkelijkheid verwerpen zij echter daardoor den Heere, wandelen naar het goeddunken van hun eigen hart, geven toe aan den drang van hun verdorven ik en dulden daarnevens geen andere autoriteit. In hun syncretisme spreekt hun trotsche ziel de taal van het egoïsme: „ik, en anders geen". „Ik, en anders geen", het leeft ook in de ziel van hen, tot wie Zefanja zich richt als tot de ootmoedigen des lands, die 's Heeren ordinantiën doen. Maar bij dezen is het woord van God, dat in hun binnenste is doorgedrongen: Hoor Israël! De Heere onze God is een éénig Heere: Ik ben de Heere, en niemand meer, buiten Mij is er geen God; en er is niet gelijk Ik; gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Dat is het: „Ik, en anders geen" van den levenden God. Daaraan hebben wij houvast, ook in dezen veelbewogen, oordeelzwaren tijd, waarin sterke menschelijke en duivelsche machten in nieuwen vorm haar „ik, en anders geen" doen hooren. Spr. trok vervolgens een parallel tusschen het consequente socialisme, het communisme en het nationaal-socialisme eenerzijds, en Assur anderzijds, en toonde de treffende overeenkomst in hoofdtrekken aan, alle voortvloeiende uit en uitmondende in het „ik, en anders geen" van geweld en hoogmoed. Vervolgens toonde spr. aan, hoe de nieuwe levens- en wereldbeschouwingen, die oude zonden van afgoderij naar voren brengen, hun waangedachten consequent trachten door te voeren in de onderscheiden wetenschappen. Spr. betoogde in den breede, hoe deze richtingen van het humanistisch „ik, en anders geen", die alle leven en actie, niet alleen in maatschappij en staat, maar ook in kerk en school, aan haar macht willen onderwerpen, mede in ons land sterken aanhang vinden. Aanhoudend dient gewaarschuwd tegen alle verleiding, die van dezen verderfelijken geest des tijds uitgaat. Altijd weer opnieuw moet gewezen op den anti-goddelijken grondslag van het: „ik, en anders geen". Elke stap in de richting van wat in wezen menschvergoding is, moet verraad aan de zaak van den levenden God worden genoemd. Elk meedoen aan het zich geestelijk kleeden „in uitheemsch gewaad", waarin de religieuze afval ook thans uitkomt,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Jaarboeken | 178 Pagina's

Jaarboek 1936 - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Jaarboeken | 178 Pagina's