Jaarboek 1936 - pagina 87

geleden, een fraai exemplaar van de zeldzaam geworden, beste volledige uitgave der werken van Erasmus: een werk, dat in de openbare bibliotheken van Amsterdam tot nog toe ontbrak. Met den geleidelijken, maar gestadigen groei, door de dagelijksche kleinere aanwinsten, die noodzakelijkerwijze blijven voortgaan, wil onze bibliotheek levend blijven, wordt het vraagstuk van bergruimte steeds nijpender. Op en in de diverse zolders en kelders aan de Keizersgracht hebben wij geen plekje meer beschikbaar. De collegebibliotheken zijn behoorlijk gehuisvest en hebben nog wel eenige plaats open; de vierde faculteit kon haar bibliotheek-af deeling in een keurige, ruime leeszaal plaatsen met nog veel reserve-ruimte; maar voor de hoofdbibliotheek weten wij niet meer, waarheen. Ook wordt het leeszaaltje te klein. Dat wij, tot ons groot leedwezen, reeds bijzonder omvangrijke collecties, schoon zeer nuttig en gewenscht, hebben moeten afwijzen uit plaatsgebrek, hebben wij reeds elders vermeld. Deze toestand kan niet blijven, zonder groote schade voor de bibliotheek en voor de universiteit. Wij hopen ten zeerste, dat spoedig een oplossing zal worden gevonden, die dan ook aan kleinere bezwaren een einde moge maken: een veel te kleine ruimte voor het uitleenbureau; geen plaats voor een volontaire, die tijdelijk naast de beide assistenten te werk werd gesteld, en haar stoel in de gang tusschen twee kasten moet inschuiven; uiteenplaatsing der bij elkaar behoorende alphabetische en systematische catalogi, en wat dies meer zij. Ondanks de bezwaren neemt het bezoek der leeszaal en de uitleening naar buiten nog geleidelijk toe. Het Bilderdijk-Museum blijft belangstelling wekken, vooral van studeerenden, en wordt door de betrokken vereeniging gedurig met fraaie aanwinsten verrijkt.

§ 18.

Studiebeurzen.

Volgens art. 198 van de Hooger Onderwijswet, kan aan ten hoogste tien onvermogende studenten van buitengewonen aanleg bij elke bijzondere Universiteit een beurs van niet meer dan ƒ 800.— uit 's Rijks kas worden verleend. Aanvragen voor de hier bedoelde beurzen moeten, op gezegeld request aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, worden ingediend bij het College van Curatoren. Curatoren vragen hierover het advies van de betreffende faculteit en geven op grond daarvan bij de toezending van het request aan den Minister hun advies. Studenten, in het genot van deze Rijksbeurzen, zijn, gelijk ook aan de Rijks Universiteiten, vrijgesteld van het betalen van collegegelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen