GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1936 - pagina 77

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1936 - pagina 77

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

75

culteiten, hangt ten nauwste samen met de vele uitvoerige tentamens, die daar plegen vooraf te gaan. Promoties waren er dit jaar slechts vier: drie theologische, één in de Nederlandsche letteren, geen enltele in de rechten. Juridische promoties worden zeldzaamheden: tegenover een vijftig geslaagde doctorale examens staan in de laatste vier jaren in het geheel drie proefschriften. Hangt dit verschijnsel samen met het privilegie van deze faculteit, om den schoonen meesterstitel te verbinden aan een met goed gevolg afgelegd doctoraal examen? Voor alle anderen bestaat geen magister-rang; zij heeten „doctorandi": lieden, die te eeniger tijd doctor zullen moeten, of kunnen, worden. Uit medegedeelde gegevens, na veel vergelijken met die van een lange reeks voorafgaande jaren, conclusies te trekken, en daaraan prognostigaties te ve"rbinden, waag ik overigens niet. De deskundige statisticus en de liefhebber vinden het materiaal in de opeenvolgende jaarboeken. Wel wensch ik een paar eenvoudige opmerkingen er aan vast te knoopen: Het totaal der ingeschrevenen zou grooter geweest zijn, als de zeer verzwaarde last der collegegelden niet had genoopt, om het collegebezoek tot een klein aantal jaren te beperken; wat tot ernstig nadeel van de studie strekt. Het zou ten zeerste wenschelijk zijn, dat de regeering de oude bepaling herstelde, dat na vier jaren betalens men verder vrijen toegang had. Of dat zij anders althans voor vijfde en latere jaren met een veel kleiner bedrag zich tevreden stelde. De laatstelijk opgelegde regeling drukt zeer ongelijk en zeer. onbillijk. Degenen, die zich door lange studie voor een moeilijk te verkrijgen sober betaald leeraarschap voorbereiden, moeten het hoogste bedrag betalen, terwijl zij voor een groot deel uit den middenstand voortkomen, die hard werken wil voor zulk een studie van zijn kinderen, maar niet gaarne daarvoor de staatskas aanspreken. Behooren de hoogleeraren om dezen den last te verlichten, den studietijd aanzienlijk te bekorten, door bijvoorbeeld de voor de wetenschappelijke vorming zoo wenschelijke scripties af te schaffen? Moet een student, die om, Kerstmis candidaat wordt, terwille van 300 gulden besparing, pas weer met September colleges gaan bezoeken? Zal het rijk der universitaire studie voortaan gedeeld worden tusschen de zeer vermogenden en de aanvragers van beurzen? Ik durf daar een stoute vraag naast stellen: Waarom schaft de regeering die beurzen niet radicaal af, met verbod om ze te verleenen uit eenige publieke kas? Meent men waarlijk, dat men met den geldbuil van staat de fijnste geestelijke bloem uit het volk zift? En dan nog: zou het noodig, zou het wel ééns nuttig zijn, dat daaruit niets dan geleerden worden gevormd? Komen verstand, geheugen, karakter, wilskracht, „ras" (men verstaat het woord toch nog wel?) niet overal te pas, niet in eiken kring tot hun recht? En bestaat er

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Jaarboeken | 178 Pagina's

Jaarboek 1936 - pagina 77

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Jaarboeken | 178 Pagina's