Jaarboek 1961-1962 - pagina 107

overdrachtsrede

lijk; al werd mij hun aanblik van achter de katheder in de collegezaal niet gegund, ik zal ze echter achter de groene tafel herkennen. Dat tot op heden gezwegen werd over het college van directeuren dat met de bestuurshoogheid is bekleed en over het college van curatoren dat met de zorg voor het onderwijs is belast, hangt enkel daarmee samen dat mijn overzicht zich van bergtop tot bergtop beweegt. Beide colleges verheugden zich in een zeventig jaar wordende voorzitter. Maar terwijl Mr. Donner als president-curator bleef en op gezette tijden de faculteitswoordvoerders over hun uitbreidingsplannen aan een „third degree" ondervraging met meesterschap onderwierp, schreef het reglement voor, dat de heer Wilschut zou aftreden. Omdat directeuren dit jaar 20 maal bijeenkwamen — curatoren daagden ook 20 maal — terwijl buiten deze bijeenkomsten verenigde vergaderingen werden gehouden, was het mij mogelijk de stuurmanskunst, doortastendheid en wijsheid van de heengegane voorzitter te bewonderen, die nimmer zichzelf maar altijd de zaak zocht en die als Rotterdammer een hoofdstedelijke academie onderrichtte in de kunst om grondig en snel te werken. Zijn opvolger Mr. Algera, die zich in het droogleggen van geïnundeerde gebieden en het afdammen van zeemonden heeft onderscheiden, moet radicaal met zijn in het verleden verworven vaardigheid breken nu hij voortaan voor het rijkelijk toestromen van geldmiddelen heeft te zorgen. Zijn in bezit nemen van een erfelijk zeer belaste plaats begroet de senaat dankbaar, het beste voor de toekomst verwachtend, hopend dat hij geen departement in de universiteit zal herkennen. Van het door beide colleges verrichte werk geven de notulen der bijeenkomsten en de verslagen van vele in het ziekenhuisbestuur of ten departemente geleverd besprekingen een weerspiegeling. Wat de zijn 80ste verjaardag op een onderduikadres vierende Mr. Bos of de nauwelijks tijd voor een zilveren huwelijksfeest beschikbaar hebbende heer Van Namen of de director perpetuus Ir. Doets moeten zwoegen, beseffen alleen de onmiddellijke getuigen. Dat tot dusver in de opvolging van Dr. Honig, wiens verlaten van het curatorium èn om zijn persoon èn vanwege de oorzaak door ons diep wordt betreurd, nog niet werd voorzien hangt samen met de eisen reeds door J. D. Michaelis aan leden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen