Jaarboek 1964 - pagina 128
voerbaarheid daarvan zal tellcens moeten worden bezien met inachtneming van het hierboven, met name onder i i^ en \ e gestelde. 3.
De Vrije Universiteit en de beroepsopleidingen
a. De commissie is van oordeel, dat aan een universiteit alleen die beroepsopleidingen op haar plaats zijn welke een duidelijk wetenschappelijk karakter dragen. In verband daarmede zou de commissie er niet voor willen pleiten opleidingen als thans worden gegeven aan sociale academies en academies voor lichamelijke opvoeding, beeldende kunsten, dramatische kunsten e. d., universitair te maken. h. Ernstige overweging verdient de vraag, of de Vrije Universiteit niet heeft te voorzien in de bij sommige afgestudeerden van dergelijke instellingen blijkende behoefte aan een voortzetting en afronding van hun beroepsopleiding op wetenschappelijk niveau. D o o r het creëren van mogelijkheden in deze richting zou tevens een weg worden geopend voor de opleiding van wetenschappelijk gevormde leidinggevende en opleidende krachten voor de betreffende beroepssferen. c. Niet gemakkelijk is de bepaling van de taak van de Vrije Universiteit ten opzichte van cultuur en kunst. De behoefte aan leiding op het gebied van sociaal-pedagogisch en sociaal-cultureel vormingswerk alsmede op verwante terreinen is duidelijk. Met het oog hierop zijn verschillende sociale academies in den lande actief. Voorts dient hier afzonderlijk te worden genoemd de in wording zijnde academie voor cultureel werk. Enkele voorzieningen die al aan de Vrije Universiteit zijn of nog zullen worden getroffen zuUen mogelijkheden voor voortzetting van het genoten hoger vakonderwijs op universitair niveau bieden. Ook een culturele studierichting met enkele specialisaties zal kansen kunnen bieden. Het gevaar bestaat echter van het pasklaar in het leven roepen van nieuwe studierichtingen die aan een onmiddellijke vraag beantwoorden, maar die — mede wegens haar twijfelachtig wetenschappelijk karakter — op de duur onvoldoende toeloop zullen verkrijgen. Het is bekend, dat er op reformatorisch terrein ten aanzien van de kunst een achterstand is. De Vrije Universiteit zal te dezer zake echter nooit 128
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Jaarboeken | 170 Pagina's