Jaarboek 1964 - pagina 107
het Duitse taalgebied „dat Transzendieren" wordt genoemd; en dan is het wezenlijk hetzelfde als wat Heidegger uitdrukt met: De mens is „das Wesen der Ferne". Daar zit niets christelijks in. B. moet dit zelf ook toegeven. Hij schrijft, dat deze vrijheidsidee ook buiten christelijk erf bekend is, ja, dat zij gemeengoed is van alle mensen: ,,Was Freiheit ist, weisz freilich auch der Mensch auszerhalb des Glaubens" (G.u.V., Ill, 183). Hij kan althans gemeengoed van alle mensen zijn. Het blijkt n.l. dat deze vrijheid, die ook als ,,echte geschichtliche Entscheidung" kan worden omschreven, door de existentiale analyse wordt opgehelderd. Deze existentiale analyse heldert dan tegelijk op, wat echte geloofsbeslissing is, want de geloofsbeslissing draagt geen ander karakter (a.w., 183). Dit wezenskenmerk van het christendom, is derhalve ook wezenskenmerk van de humaniteit des mensen naar de visie van theïstisch en atheïstisch existentialisme. Er zit niets specifieks christelijks in. Bultmann's ont-wereldlij king past dan ook, naar eigen bekentenis, geheel en al binnen het raam van een ,,Existential-Analyse" die het statuut van de mens bepaalt en dit statuut voor altijd bepaald heeft onaantastbaar en oncorrigeerbaar door geloof in Gods Openbaring en door eventuele inhoud van deze openbaring Gods. Hij keert het zelfs steeds om en eist dat Gods openbaring naar vorm en inhoud binnen het raam van wat deze ,,Existential-Analytik" leert over de struktuur van het mens-zijn moet blijven, en dat het verstaan van de Heilige Schrift, zal het wetenschappelijk verantwoord zijn, van deze Existential-Analytik moet uitgaan, en binnen het kader van deze Analytik moet blijven. In deze eis is de reeds wereldkundige hermeneutische regel van de ontmythologisering begrepen. Hij is er een gevolg van. Eschatologische uitspraken der H.S., die heenwijzen naar een toekomst, waarin de mens niet langer een vrijmachtig „geschichtlich" wezen zou zijn, dat zich temidden van een ongewisse, raadselachtige wereld bevindt, maar waarin de mens eens veilig zou wonen op een nieuwe aarde, kunnen niet letterlijk worden geloofd. Zij zouden de correlatie van vrijheid en onzekerheid doorbreken. Ze vragen dan ook om een interpretatie, die de ,,eigenlijke" zin er van moet onthullen. Zulk een interpretatie moet de tekst zo uitleggen, dat in elk geval nu en immer de mens verkeert temidden van het donkere 107
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Jaarboeken | 170 Pagina's
![Jaarboek 1964 - pagina 107](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/jaarboeken/jaarboek-1964/1964/01/01/1-thumbnail.jpg)