Jaarboek 1964 - pagina 44

germaans voor zijn rekening had. Bedenkt men hierbij nog, dat na het vertrek van H. J. Pos ook de leerstoel voor Algemene Taalwetenschap moest bezet worden en dat niemand anders binnen den kring der Universiteit hiertoe geroepen kon worden dan Wille, hetgeen er toe leidde, dat ook de opdracht voor dit veelomvattende vak hem toeviel, dan is het nauwelijks te geloven, dat één man dit alles heeft kunnen doen. Te meer nog, omdat WiUe's verantwoordelijkheidsgevoel hem nooit heeft toegelaten anders te werken dan met de uiterste nauwgezetheid, en tevens omdat nog andere zaken buiten het onderwijs zijn tijd in beslag namen. Zo is hij het geweest, die de bibliotheek der Vrije Universiteit heeft opgebouwd en haar als bibliothecaris met grote kennis van zaken beheerd heeft tot na den tweeden wereldoorlog. Zo moet eveneens melding gemaakt worden van zijn Udmaatschap van het bestuur der Vereniging „Het Bilderdij k-Museum", in welke functie hij, de ongeëvenaarde kenner van Bilderdijk en zijn kring, de belangen dezer vereniging op uitnemende wijze gediend heeft. Daarbij noemen we nog zijn redacteurschap van het tijdschrift ,,Onze Taaltuin", zijn taalkundige bijdragen als adviseur van het Genootschap „Onze Taal" en zijn arbeid voor de oprichting van de reeks ,,Trivium", die hij daarna als redacteur bleef dienen. Dat in dit alles van normale afmetingen ener menselijke taak niet kon gesproken worden, was voor ingewijden duidelijk. Zij wisten, dat hij met opoffering van talloze uren nachtrust zijn werk verrichtte, daarbij nog gehinderd door een voortdurend maaglijden. Zijn vrouw, die hem gesteund heeft waar zij kon, zelf meeleefde en meeleed in zulk een zwaar leven, heeft aan enkele wel eens iets daarvan meegedeeld. Wille was een geleerde van groot formaat. Zijn critische geest liet hem geen rust voor hij de vraagstukken die hem bezig hielden, tot in hun diepte gepeild had. Zijn oordeel legde daarvan getuigenis af. Gevestigde opinies aanvaardde hij niet als een vanzelfsprekendheid en onder zijn critische, principiële bezinning konden ze veelal geen stand houden. En toch leverde hij geen critiek om de critiek, maar wel, en uitsluitend, om de waarheid te dienen. Niets verfoeide hij meer dan beweren zonder voldoende verantwoording. Hierin heeft hij ook zijn studenten geschoold; zij kunnen hem daarvoor slechts dankbaar zijn. Ongetwijfeld was hij voor hen 42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen