Jaarboek 1966 - pagina 44

Wie haar met liefde en niet om af te breken beziet, die wordt aanstonds gegrepen door dat onbeschrijfelijk aantrekkelijke, dat zoveel andere theorieën missen, dat ze namelijk onmiddellijk is bezield door een kerngezonde levenspraktijk. Al haar onderdelen, theoretisch hoe gebrekkig ook vaak, zijn stukken machtige levensstrijd voor de souvereiniteit van God, geopenbaard in Zijn Woord, die in gedachtenreeksen en argumentaties voor een volgend geslacht is vastgelegd." ^) Ging hier de gerijpte man met het enthousiasme en de overtuiging van zijn eigen jeugd in het gericht? Of abdiceerden hier de hoge idealen van weleer voor de praktijk? Ik stel de vraag alleen. Straks kom ik er op terug. Een tweede constante in het wezen van de jonge schrijver toont ons het naschrift van „Calvinisme en rechtswetenschap", dat bijna een derde van het hele geschift inneemt. Dat slot draagt als titel „de herleving van het Calvinisme in het algemeen" en het is alsof een ander daar de fakkel van het betoog overneemt. Zoals het heet: ,,na het betoog dat boven werd gevoerd en waarbij uiteraard het nuchter verstand alleen aan het woord mocht komen, kan ik mijn boekske niet besluiten zonder nog een ogenblik de aandacht te vragen voor - mag ik het zo zeggen ? - e e n woord uit het hart." En dat ogenblik, dat enkel woord, neemt 35 bladzijden in beslag (zo was Anema ook!) waarin op de lyrisch-pathetische trant, waar hij het geheim van bezat en onder welks beslag wij telkens weer kwamen, de geestdrift wordt uitgezongen voor het herontdekte beginsel, dat rust geeft en kracht. Op verschillende momenten, wanneer het wereldgebeuren zijn medestanders en geloofsgenoten deed vragen naar de zin van hun kerkelijk, staatkundig of maatschappelijk streven, is Anema naar voren gekomen met geschriften waarin hij trachtte hun de grote lijnen der ontwikkeling en de blijvende waarde en roeping van het beginsel te tonen. In september 1914 valt hem als rector de plicht toe om de lessen van het nieuwe academie-jaar op de gebruikelijke wijze te openen. Hij bindt dan bij het begin van de eerste wereldbrand de studenten het thema „wetenschappelijke studie thans roeping en voorrecht" op het hart. In 1921 komt, na de dood van Kuyper, uit ,,Onze tijd en onze roeping, een woord aan ons Gereformeerde Volk". 1) t.a.p. blz. 80. 42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen