Jaarboek 1966 - pagina 31

Het einde van deze plechtigheid zal tevens het einde zijn van het 22-jarig president-curatorschap van Mr. Dr. J. Donner. De toekomstige geschiedschrijver der universiteit zal de periode van 1944-1966 beschrijven als de periode-Donner. Het is voor de universiteit van onschatbare betekenis geweest, dat zij in het tijdvak van onvoorstelbaar snelle groei na de tweede wereldoorlog als president-curator gehad heeft een zo wetenschappelijk, zo beleidvol en zo vasthoudend man als de heer Donner. Wij zijn hem zeer verplicht. Daarmee volsta ik voor deze middag. Als universitaire gemeenschap hopen wij binnenkort in een speciaal daarvoor te beleggen bijeenkomst van de heer Donner afscheid te nemen. Zijn opvolger is Mr. J. Meynen, een vermaard oudrector corporis. Voor hem geldt hetzelfde als voor de nieuwe president-directeur. Wij verwachten er heel wat van. Een bestuurlijk college, althans voor de rector, van geheel eigen aard is de eerste pedel. Op i april jl. vierden wij op luisterrijke wijze het 40-jarig ambtsjubileum van de heer L. W. van Sintemaartensdijk. Ik had de indruk, dat hij het meest ingenomen was met de benoeming tot erepedel van het Studentencorps. De tweede pedel, de heer F. Kruithof, kreeg een eervolle benoeming aan de Theologische Hogeschool (Oudestraat) te Kampen. Voor hem winst, voor ons verlies. D e concentratie van alle diensten en bureaus der universiteit op het terrein in Buitenveldert heeft natuurlijkerwijze de vraag van de bestuurlijke organisatie der universiteit aan de orde gesteld. E r wordt wel eens gezegd, dat de moderne universiteit een bedrijf is en diensvolgens op de wijze van een bedrijf moet worden geleid. Als men bedenkt, dat de taak der universiteit is wetenschappelijk onderwijs, bij te dragen tot de karaktervorming der studenten en wetenschappelijk onderzoek, dan is duidelijk, dat zij juist niet een bedrijfis. Natuurlijk moet bij de opbouw en de organisatie van haar technisch en administratief apparaat naar bedrijfseconomische maatstaven worden gehandeld, maar dan toegespitst op het eigen karakter en het eigen doel der universiteit. De opbouw van een doeltreffende bestuursorganisatie en van een daarop afgestemd administratief en technisch apparaat zal de komende jaren veel van het vernuft van colleges en functionarissen vragen. Aan 29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen