Jaarboek 1968 - pagina 27

faculteit voor de tandheelkunde. Nochtans is op 2 september j.l. tot de instelling van zulk een subfaculteit besloten. Deze beslissing was onvermijdelijk. Op 28 augustus 1968 vroeg minister Veringa vertegenwoordigers van de besturende colleges en van de senaat dringend na te gaan, of wij in staat waren aan het begin van dit studiejaar beginnen met een opleiding in de tandheelkunde. Ondanks het feit, dat elders ruimte gemaakt was voor 60 eerstejaars tandheelkunde meer dan een jaar geleden, stonden bij de plaatsingscommissie tandheelkunde nog ongeveer 90 eerstejaars ingeschreven, voor wie geen plaats was. Welke factoren hebben nu bijgedragen tot de beslissing van directeuren tot de instelling van een tandheelkundige subfaculteit over te gaan? Ik noem in willekeurige volgorde: het belangrijke aantal eerstejaars dat anders niet geplaatst zou kunnen worden; het nijpend tekort aan tandartsen; het feit, dat de stad Amsterdam een voldoend patiënten areaal biedt; de overweging, dat naar moderne opvattingen een medische faculteit niet compleet is zonder een tandheelkundige subfaculteit; het feit, dat onze preklinische laboratoria voor de eerste jaren der opleiding voldoende ruimte bieden; de overtuiging van de preklinische sectie van de medische faculteit, dat zij de eerste jaren der opleiding zou kunnen verzorgen; het eenstemmig advies van de medische faculteit het beroep van de minister in positieve zin te beantwoorden; de toezegging van de minister, dat de kosten van deze opleiding blijvend extra op de begroting der universiteit zullen worden gebracht. Men zegt wel eens, dat universiteiten niet tot snelle besluiten in staat zijn, maar in dit geval valt op de snelheid van de besluitvorming weinig aan te merken. De lof daarvoor komt met name aan onze collegae in de preklinische sectie van de medische faculteit en aan hun medewerkers toe, alsmede aan de lector in de mondheelkunde. Dr. van der Kwast. Daarnaast maak ik met erkentelijkheid melding van de steun, die de wnd. voorzitter van de plaatsingscommissie tandheelkunde, Prof. Dr. H. M. J. Scheffer, bij de voorbereiding der beslissing gegeven heeft. Moeten er geen aparte gebouwen voor de tandheelkunde komen ? Natuurlijk, maar de heer Doets weet al, waar ze zullen komen, hoe ze er uit zullen zien en wanneer ze klaar zullen zijn. Nu reeds hebben wij veel steun ondervonden van de bestaande subfaculteiten. Wij ervaren dit als een bemoediging en als een bevestiging van de juistheid van het gevallen besluit. In het ontwikkelingsplan is gezette aandacht besteed aan de verdieping van de wijsgerige vorming en aan de consolidatie van de centrale interfaculteit voor de wijsbegeerte. Op voorstel van de senaat hebben curatoren goed gevonden, dat de wijsgerige propaedeuse in de theologische faculteit binnen deze faculteit zelf zal worden verzorgd. D. C. Mulder is 25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen