Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 17

rele wetenschappen heeft dit jaar op de college-uren een Europese veiligheidsconferentie „gespeeld". Groepen studenten en medewerkers vormden de delegaties van de verschillende landen. Bij het voorbereiden van de verschillende standpunten ontvingen zij gewaardeerde steun van de betrokken ambassades hier te lande. De verkregen resultaten werden critisch getoetst op een in mei gehouden congres door een drietal buitenlandse politicologen van internationale naam. Het geheel is een bewijs, hoe vruchtbaar onderwijs in de vorm van discussie kan zijn, maar ook hoe groot en veelomvattend de arbeid is, die daarvoor verricht moet worden, ook hoe strak de organisatie van een dergelijk „spel" moet zijn. Niet te ontkennen valt, dat naast het gewone werk de hervorming van het bestuur van de universiteit de meeste aandacht en tijd vroeg. In het veld van de staatkunde publiceerde minister Veringa eerst een voorontwerp van wet universitaire bestuurshervorming (17 februari 1970), op 27 april 1970 gevolgd door de indiening bij de Tweede Kamer van een wetsontwerp. Aan de discussie over beide namen wij op allerlei vlak deel. Kon de senaat zich met de constructie van het voorontwerp in grote lijnen verenigen, bij de besturende colleges bestond overwegend bezwaar tegen het rechtstreeks opleggen van de zelfde bestuursvorm aan openbare en bijzondere instellingen. Inderdaad was de juridische opzet van het voorontwerp op dit punt niet goed doordacht. De minister is aan de geuite bezwaren van alle vier de bijzondere instellingen tegemoet gekomen door in het wetsontwerp te bepalen, dat de bijzondere instellingen zelf haar bestuursvorm vaststellen. Echter moeten zij daarbij het bij of krachtens de Wet universitaire bestuurshervorming 1970 bepaalde in acht nemen, voor zover de eigen aard van de betrokken instelling zich daartegen niet verzet. Het bestuursreglement moet aan de minister ter goedkeuring worden voorgelegd. Onthoudt deze de goedkeuring dan is beroep mogelijk op de Kroon, de Raad van State gehoord (artikel 42). Is derhalve principieel aan het bezwaar van de bijzondere instellingen tegemoet gekomen, feitelijk is haar speelruimte in het ontwerpen van een eigen bestuursvorm beperkt. In grote lijnen zal de constructie van de wet moeten worden gevolgd en dat is reeds om deze reden aanvaardbaar, omdat de universiteiten en hogescholen - openbaar en bijzonder - op zo velerlei wijze met elkaar contact hebben en moeten hebben, dat het reeds daarom gewenst is, dat haar bestuursvormen in grote lijnen vergelijkbaar zijn. Het wetenschappelijk onderwijs heeft voorts honderden millioenen uit de openbare kas nodig. In de bestuursvorm moeten waarborgen voor deugdelijk beheer aanwezig zijn, zo dat de overheid tegenover de Staten-Generaal de verantwoordelijkheid voor 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen