GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 44

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

zijn geweldige betekenis. Ondanks waardering voor Calvijns exegese achtte Grosheide haar toch voor onze tijd te atomistisch, nog afgezien van haar begrensdheid. Ook hier ontdekken wij verschillende aspecten van Grosheide's belangstelling. Meermalen spreekt hij met waardering voor de historische school, die niet aan de bijbelschrijvers meningen toeschrijft, die ze, gezien de tijd, waarin ze leefden, onmogelijk konden hebben gehad, maar hij vraagt tegelijkertijd om door te dringen tot het eigenlijke geheim. In een der eerste besprekingen van Barths Römerbrief in de Reformatie waardeert Grosheide diens niet blijven staan bij de betekenis van woorden en vormen en historische bijzonderheden, maar te Vi'illen doordringen tot het leven in de Schrift en hij zou stellig instemmen met wat Barth vele critici toeriep:,,kritischer müssten mir die Historisch-kritischen sein!" in een uitzicht op wat gezegd wordt. Dat impliceerde voor Grosheide aandacht voor woorden en zinswendingen, voor Umwelt, voor taal en coloriet van het N.T., voor het detail ook, waaraan hij nooit snel voorbijging, nu dit woord moest worden verstaan en gepredikt. In dit licht valt te verstaan - tegen de achtergrond van de geschiedenis der exegese - zijn bezwaar om van een diepere zin te spreken, reeds in zijn inaugurele en later meermalen herhaald b.v. in zijn hermeneutiek. Zijn keus voor diep in plaats van dieper was voor hem geen woordenspel. Hij wil dan ook van exegese spreken, zonder adjectief- niet speciaal pneumatisch of existentieel - omdat hij bang is voor een contructieve methodiek, die boven de concreetheid en weerbarstigheid van de tekst zich verheft. Wie dan ook Grosheide's omvangrijke exegetische oeuvre overziet, wordt telkens door de concreetheid getroffen en juist daarom - om wat dat meebrengt aan research - kan men zich met enige verbazing afvragen, hóe het mogelijk geweest is vanuit deze instelling ons commentaren te geven van Matthéüs, Johannes, Handelingen, I en 2 Corinthe, Hebreeën, Jacobus en Efeze (i960). Er bestond voor hem geen concurrentie tussen research - tot in „mikra exgetica" toe - èn zijn eerbied voor de Schrift, maar alleen maar een diepe samenhang. Als ik spreek over zijn eerbied voor de Heilige Schrift, dan moet ik wel vermelden, dat hij natuurlijk in zijn tijd in aanraking kwam met allerlei vragen rondom de Schriftcritiek. Het was al weer een lange tijd geleden, dat Kuyper schreef over de hedendaagse Schriftcritiek en haar bedenkelijke strekking voor de gemeente des levenden Gods (1881) en Grosheide stond als exact exegeet 42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's