Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 51
menselijke activiteit, waarin het tegendeel van alle „pia fraus" tot belangrijk gegeven werd. Wanneer Grosheide in 1956 schrijft over de geschiedschrijving van de bijbel, spreekt hij over deze subjectiviteit zeer onbevangen, ontspannen en nadrukkelijk. Deze geschiedschrijving - zo zegt hij - is subjectief "een deel der openbaring Gods. God werkt er door". De vragen blijven als vragen naar aard en betekenis der subjectiviteit. Maar de coulissen zijn verschoven en andere accenten krijgen een plaats. De voorstelling der feiten is - aldus Grosheide - existentieel. ,,Het verhaal uit de bijbel loopt uit op mij". Dat mag niet worden geïnterpreteerd als individualisme, maar kan alleen worden verstaan als waarschuwing, die door heel Grosheide's werk trouwens heenloopt. Reeds in 1918 (in de brochure over ,,Christus-ervaring") spreekt hij over de toon, die „onder ons" doorgaans wordt aangegeven door meer intellectualistische naturen, die de kennis verheffen boven het vertrouwen, al hield men in theorie wel vol, dat het een vertrouwend kennen was. Hij verklaart daaruit de reactie in de roep om Christus-ervaring. Voortdurend keert Grosheide's waarschuwing terug. Veertig jaar nadien geeft hij een typering van de Schriftcritiek, die ongewoon genoemd mag worden, maar die voor hem essentieel was nl. dat het Schriftverhaal mij niet zou aangaan. Van hieruit - dit Schriftverstaan - was er dan ook voor zijn besef in de latere ontwikkehng van een crisis wel geen sprake, wanneer andere wegen werden ingeslagen en dan maar niet vanwege een persoonlijk vertrouwen t.a.v. zijn leerlingen, maar ook omdat hij zag, dat er wegen van benadering werden ingeslagen, waarin wat hij als „subjectieve"projectie-theologie ervaren had, niet aanwezig was. Dat betekent niet, dat hij in zijn visie op het synoptisch vraagstuk geschokt werd, maar wèl, dat de vragen ook voor hem werden uitgetild boven het dilemma: betrouwbaar of onbetrouwbaar en dat ze te midden van alle gevaren gesteld konden worden in verband met verhaal, interpretatie en verkondiging. Dat Grosheide's aandacht voor de problematiek van de gemeente-theologie in zijn dagen tot een histoire passée behoort, zal wel niemand, die enigszins op de hoogte is, durven beweren. Het tegendeel is het geval in de huidige discussies over het N.T., meestal geconcentreerd in de opstanding van Christus. Niet minder emotioneel dan hij soms in zijn tijd reageerde op de projectie en de subjectieve interpretatie horen we thans nu hier, dan daar dezelfde problematiek bespreken. Men behoeft slechts te denken aan de 49
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Jaarboeken | 360 Pagina's
![Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 51](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/jaarboeken/jaarboek-1971-en-1972/1971/01/01/1-thumbnail.jpg)