Jaarboek 1973-1974 - pagina 188

1. De toestand In het afgelopen cursusjaar heeft het universiteitsbestuur zich intensief beziggehouden met het wetenschappelijk onderzoek aan de Vrije Universiteit. Dit blijkt uit de verschillende stukken die, na herhaald overleg en uitvoerige discussie binnenskamers, de verschillende universitaire organen hebben bereikt. Voor het onderzoek aan de universiteit dragen volgens de W.U.B, de faculteiten de verantwoordelijkheid voor wat betreft de keuze van de onderwerpen en de controle op de uitvoering. Het universiteitsbestuur stelt echter de begroting voor de mankracht, de middelen en de ruimte vast en kan bovendien richtlijnen voor onderwijs en onderzoek aangeven. Deze beide mogelijkheden zijn door het bestuur gebruikt om de moeilijke fase waarin het onderzoek, óók aan de V.U., zich bevindt, te analyseren en ter discussie te stellen, om op deze wijze hulpmaatregelen voor te bereiden. Van de bedoelde stukken zijn te noemen: het voorstel om een beleidsruimte voor onderzoek in te stellen (intussen door de universiteitsraad aanvaard); de nota over een richtlijn voor een minimum onderzoekstijd en de nota over de problematiek van o.a. onderzoeksdoelstellingen. Een overzicht van het onderzoek aan de V.U. zal ontstaan als de lopende inventarisatie van onderzoeksprojecten voltooid is en verwerkt zal zijn. In de komende jaren zal het universitair onderzoek nog in versterkte mate de aandacht van het bestuur moeten krijgen. Uit de in gang zijnde veranderingen die hopelijk zullen leiden tot nieuwe en gunstige ontwikkelingen, blijkt dat de plaats en de taak van het onderzoek aan de universiteiten opnieuw bezien moeten worden. Als men de oude posities zoveel mogelijk tracht te handhaven zal het onderzoek in al groter moeilijkheden komen. Door het samengaan van een aantal maatschappelijke en culturele veranderingen vindt nl. een concentratie van hindernissen plaats, die de ontwikkeling van het universitair onderzoek al sterker bedreigen. De voornaamste ervan zijn als volgt te rubriceren: 1. Een sterke toeneming van de vraag naar onderwijs valt samen met de bezuiniging op de universitaire budgetten waarbij het onderzoek de dupe dreigt te worden. 2. De herstructurering van het onderwijs, waarbij de invloed op en het aandeel van het onderzoek in het onderwijs verminderen. 3. De democratisering van het bestuur en beheer van de universiteiten, die veel tijd van staf en (sommige) studenten vraagt èn die de beslissingsstructuur ten aanzien van het onderzoek moeizaam maakt. 190

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen