GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

13 vermogens gescherpt wordt, worden al de overigen aanhoudend stomper. Wat de maatschappij door zijn beter werk wint, dat verliest hij zelfs als individu ; hij ontaardt, en van die ontaarding plukt op het eind weer de maatschappij de wrange vruchten. Het is een treurig lot, wanneer men nooit iets anders maakt dan een achttiende deel van een speld . . . en het leven daaraan besteed, is beneden de waardigheid onzer menschelijke natuur en onzer grootsche bestemming." ,Wij zien," zegt Opzoomer, ,den vakgeleerde zijn kenvermogen ontwikkelen ten koste van den overigen aanleg, die hem geschonken is, en terwijl hij dit kenvermogen uitsluitend in ééne richting bezigt, wordt iedere andere verwaarloosd. Eén veld bearbeidend, laat hij al de anderen braak liggen . . . De beoefenaars der natuurkunde en die der zedelijke wetenschappen blijven elkander in den regel geheel vreemd. Maar zelfs in eiken kring afzonderlijk . . . hoe weinigen zijn er, die zich door veelzijdigheid kenmerken. Zoo kent ieder wat hem onmiddelijk aangaat, maar weinigen zijn er wier blik verder reikt. Zoo — 't valt niet te ontkennen — worden de meesten nuttige raderen in het groote organisme der menschheid, maar wel verre van wetenschappelijke mannen te kunnen heeten, verdienen zij nauwelijks den naam van mensch te dragen. Ieder hunner is slechts een klein gedeelte van den mensch en is misschien nog meer te beklagen, dan de werkman, die zijn leven lang niets dan speldenknoppen fabriceert. Die met angstvallige zorg binnen de grenzen zijner studie blijft en vreest dat hij haar gebied te beter zal doorvorschen, naarmate hij zich minder met iets anders bezighoudt, zal jammerlijk bedrogen uitkomen. Zijn geest wordt telkens trager, zijn gezichtskring telkens enger, en weldra wordt zijn wetenschap verlaagd tot een handwerk." — Boeck schrijft: ,door te groote verdeeling van arbeid lijdt onze kennis, daar elke bijzonderheid eerst {n den samenhang van een grooter geheel in het rechte licht treedt." Nu eischt noch Lemontey, noch Opzoomer, noch Boeck, dat ieder geleerde er op uit moet zijn om den geheelen kring van menschelijke kennis te omvatten, wat trouwens tot de onmogelijkheden behoort. Maar het is wenschelijk, dat de band om de wetenschappen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's