1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 187

171 tusschen de verschillende groepen uiterst moeilijk heeten mag. Hierbij komt nog, dat de verhoudingen volgen^ den canon van Fritsch wel niet bijzonder sterk afwijken van — doch volstrekt niet nauwkeurig overeenstemmen met — die welke Fritsch zelf (Die Gestalt des Menschen pag. 153) als gemiddelde van allerlei bepalingen opgeeft. Zonder te willen ontkennen, dat de hier bedoelde canon eenigen dienst bewijzen kan, wanneer de anthropoloog vluchtig vergelijkingen wil maken tusschen verschillende rassen, meen ik, dat 't schema ter zijde dient gesteld bij wetenschappelijk onderzoek. Wel verdient het m. i. aanbeveling, dat de anthropoloog -\ of ^l j der romplengte als eenheidsmaat gebruikt, maar in plaats van een figuur te construeeren en dit te toetsen aan het schema van Fritsch, zal hij de lengte der lichaamsdeelen in genoemde eenheidsmaat, in cijfers dus, moeten weergeven. De cijfers, bij het eene individu gevonden, kunnen dan gemakkelijk vergeleken worden met de cijfers bij andere personen verkregen; allengs zal het mogelijk zijn te bepalen tusschen welke minima en maxima bij harmonisch gevormde individuen van een bepaald type of ras, de cijfers gelegen zijn, en welke verhouding er bestaat tusde minima en maxima van een bepaald ras en die van een ander. Wellicht rijst bij een enkele de vraag of het uiet te bezwaarlijk is al die cijfers in het geheugen op te nemen en of niet reeds des wege de anthropoloog in gevallen, waar groote nauwkeurigheid niet vereischt wordt, van practischen zin blijk geeft, door op het voetspoor van Stratz het gemakkelijk te construeeren schema van Fritsch te raadplegen. Tegenover die vragen dient allereerst opgemerkt, dat het schema van Fritsch slechts een gering aantal afmetingen weergeeft, zooals de lengte van bovenarm, onderarm en hand, van bovenbeen, onderbeen en voet, de breedte van de schouders en den afstand der heupgewrichten, de breedte van het hoofd, de conjugata externa, de hoogte der voet, de diepte der borst en de diepte van het bekken en dat men deswege aan het geheugen slechts geringe eischen stelt wanneer men in plaats van met het schema, met cijfers gaat werken; bovendien zij er op gewezen, dat bij het gebruik van cijfers 12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen