1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 17
I
(
'
de zeden en in verband daarmede ook de wijze, waarop men pictoraal uiting gaf aan zijn gedachten, maar die wijziging was niet zoo intensief, dat de eenheid in uiting geheel verloren ging; deze toch werd door den band aan de natuur gewaarborgd ; want wel kon een tijdperk zijn stempel drukken op wat hier, in den ruimsten zin des woords, onder teekening wordt verstaan, maar eenige overeenstemming met de natuur moest blijven, wilde de teekening niet ophouden als zoodanig te bestaan en eene reproductie te zijn van hetgeen de mensch had aanschouwd. In plaats van of naast het stempel van den tijd, waarin zij ontstond, draagt de teekening dikwerf ook een locaal cachet. Reeds uit den inhoud der voorstelling, uit de keuze der objecten, welke afgebeeld worden, blijken locale invloeden ten duidelijkste; ik behoef ter illustratie slechts te vnjzen op het feit, dat in de teekeningen van den Eskimo het rendier een zoo groote rol speelt, (evenals trouwens ook in de teekeningen van den praehistorischen troglodyt i)), een feit even weinig bevreemdend als dat door den Indiaan in het gebied der Amazone de dieren, welke onder den evenaar in zoo grooten getale voorkomen en met den mensch zoo veelvuldig in aanraking komen, ter afbeelding gekozen worden wanneer de teekenstift hem ter hand wordt gesteld om zijn vaardigheid in het schetsen te toonen. Dat locaal cachet doet echter niet de eenheid te niet. Levinstein ^) b.v., die 63 teekeningen onderzocht van Eskimo-kinderen, die men met potlood op papier had laten teekenen, waarin zij lust hadden, schriift: „Vergleicht man diese Zeichnungen mit denjenigen zivilisierter Kinder, so wird man schlieszen mussen, dasz die Art der Darstelling bei beiden dieselbe ist". Nu waren die Eskimo-kinderen een paar maanden op een regeeringsschool geweest en al kon geen van allen Engelsch lezen of schrijven, zoo zoude in casu een invloed van de zijde der onderwijzers mogelijk zijn geweest. Het hier gerelateerde feit zoude dan ook van beperkte waarde zijn, ingeval het op zichzelve stond, maar dit is allerminst het geval; de teekeningen, welke de natuurvolken 1) Holbewoners. 2) Dr. S. Levinstein, pag. 79.
Kicderzeichniingen
bis zum 14 Lebensjahr, 1905,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 188 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 188 Pagina's