1948 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 119

Ill negeerd wordt. En dat is het geval met het irrationalisme, dat, b.v. in het existentialisme, wel fouten opspoorde in het rationalisme, maar dat zelf uit een onschriftuurlijke conceptie bouwde. Het gaat niet om de reactie van de persoonlijkheid, het gaat om de vraag of gehoorzaamheid aan Gods gebod, of ongehoorzaamheid de drijfveer was. Dat bepaalt in beginsel onze houding tegenover reacties van den mens. Waardering voor incidenteel juiste opvattingen, komt dan op het tweede plan. En zo is ook in te zien, dat het middel, het existentialisme, zeker zo erg is als de kwaal, het rationalisme. Het is in wezen niets anders dan een demonstratie van het vervalproces der cultuur, van het proces van afval van den levenden God. Niet de persoonlijkheid, maar de vraag of de mens er een behagen in heeft Gods wil te doen, is beslissend. De kerk moet niet van de wereld leren, maar van Gods woord, van haar Meester. Zij moet de wereld beleven, en zij kan er hoogstens van leren hoe het niet moet. (,,Tot de wet en tot de getuigenis. Zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat ze geen dageraad zullen hebben." Jesaja 8 : 20). Dat wij tezamen met de wereld in de stroom staan, is op zichzelf ook de wijze van filosoferen. Niet de wijsbegeerte der wetsidee is juist, maar het staan is verschillend en de wijze van staan bepaalt het wapen. Het criterium is Gods woord. De w.d.w. wil niets anders dan, in gehoorzaamheid daaraan filosoferen. In zoverre is het natuurlijk wel een instrument. Zodra zij tot een afgesloten systeem wordt, verraadt zij haar basis en wordt zinloos. Systematische arbeid is overigens elke wijsgerige school eigen, ook het existentialisme. Dr K r u y s w i j k wil enkele opmerkingen maken. Hij meent, dat de uitwendige zijde van de techniek een te zwaar accent gekregen heeft en dat er te weinig gelet is op de intrinsieke eigenschappen van de techniek. Z s c h i m m e r wees op de vrijheid van de mens t.o.v. de natuur, welke door de techniek steeds toeneemt. F o r d en D e s s a u e r hebben het karakter van de techniek als ,,zaakdienst" in het licht gesteld. Verder wijst spr. er op, dat de technische operator in principe niet van doen heeft met massaproductie. De massaproductie komt te voorschijn doordat de techniek is ingevangen door de handel met zijn winstmogelijkheid. Een bezwaar is verder, dat de referent ons normloos laat staan temidden van het technische leven. K u y p e r onderscheidde zowel een positieve als een negatieve lijn in de cultuur, dus ook in de techniek. Het probleem is, hoe de schriftgelovige heeft te staan tgeenover de techniek, juist haar tweelijnig karakter in het oog vattend. Antwoord van de i n l e i d e r : Referent meent met Dr. K., dat de eigen aard der techniek van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen