1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 57

PALAEONTOLOGISCHE OUDERDOMSBEPALING

49

rischer Process von endlicher, aber von sehr langer Dauer. Wenn auch die natürliche Zuchtwahl überall und unaufhörlich seit Annbeginn des Lebens thatig war, wenn auch die gewaltigen Machte der Vererbung und Anpassung ihre umbildende Wechselwirkung ununterbrochen im bestandigen Kampf ums Dasein mit grösztem Erfolge ausiibten, so muszten doch jedenfalls viele Millionen von Jahren (vielleicht von Jahrhunderten oder selbst Jahrtausenden!) verfliessen, ehe die organische Bevölkerung unseres Érdballs sich zu ihrer heutigen Höhe, Mannichfaltigheit und Vollkommenheit erheben konnte". Verschillende voorstanders van de theorie, dat de evolutie heeft plaats gevonden door natuurlijke teeltkeus, vragen 2.500.000.000 jaar om de ontwikkeling van het leven vanaf het begin te kunnen verklaren. De mutatietheorie, die met sprongsgewijze veranderingen rekent, kan begrijpelijkerwijs met een veel kortere tijd toe dan de bovengenoemde theorieën. Hugo de Vries heeft de z.g. biochronische vergelijking opgesteld, die luidt: M.L = BZ M stelt het aantal mutaties voor dat correspondeert met het aantal elementaire eigenschappen van een plant of dier. L de lengte van het tijdinterval tussen twee mutaties. BZ de biologische tijd. De Vries zegt nu (Die Mutationslehre, Zweiter Band, pag. 714, 1903): 1. Die Anzahl der elementaren Eigenschaften einer höheren Pflanze, d.h. also der Mutationen, welche ihre Vorfahren vom Anfang an durchlaufen haben, ist am wahrscheinlichsten auf einige wenige Tausende zu stellen. 2. Die mittleren Zeitintervalle zwischen zwei aufeinander folgende Mutationen sind gleichfalls auf einige wenige Jahrtausende zu schatzen. 3. Daraus ergiebt sich, dass für die ganze Entwickelung des Pflanzenreiches und wohl auch des Thierreiches eine Zeitdauer von einigen Millionen Jahren wohl ausreicht, oder mit anderen Worten : 4. Die Mutationslehre bedarf einer langeren Dauer des Lebens als der von Lord Keivin auf 24.000.000 Jahre geschatzen nicht. Hoewel het niet in mijn bedoeling ligt een uitvoerige critiek te gaan leveren op deze biochronische vergelijking, meen ik dat we met deze laatste geen stap verder komen: het is namelijk zeer de vraag of de zogenaamde primitieve planten en dieren uit het Palaeozoicum

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen