GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 27

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

GESCHIEDENIS DER GEOLOGISCHE WETENSCHAPPEN

19

]

bazalten en sedimentgesteenten had waargenomen en die hij terecht toeschreef aan de plaatselijke verhitting bij de intrusie van het magma. Dergelijke gedachten verdroegen zich niet met de theoriën van Werner. Granieten waren tot nu toe beschouwd als primitieve gesteenten, die tot de oorspronkelijke kern van de aarde behoorden (Lehmann), die gevormd waren voor de schepping van de levende wezens (Vallisneri), of die de oudste afzettingsproducten (chemische precipitaten) waren van de oeroceaan op de nucleus (Werner). Hutton werpt al deze theorieën omver, o.a. in een artikel in de Transactions of the Royal Society of Edinburgh in 1790 („Observations on Granite"), waarin hij verklaart:

'

„Granite hitherto considered bij naturalists as being the original or primitive part of the earth, is now found to be posterior to the Alpine Schistus, which Schistus being stratified is not in itself original". Precies omgekeerd dus als de voorstelling en de datering van Werner. Want een stollingsgesteente moet jonger zijn dan de gesteenten, die het doordrongen en contactmetamorph veranderd heeft. Hutton, die zoveel juiste waarnemingen omtrent de stollingsgesteenten had gedaan, heeft de betekenis van de „subterranian heat" voor bepaalde geologische processen overschat en is zo niet aan éénzijdigheid ontkomen. Toch is hij in meer dan één opzicht van groot belang geweest voor de ontwikkeling der geologie, in het bijzonder ook voor de vraag omtrent de ouderdom van de aarde. Al beschouwde Hutton ook de periodes van gebergtevorming als revoluties, in korte tijd tengevolge van vulkanische werking tot stand gekomen, toch liet hij de zo eenmaal gevormde gebergten afbreken door dezelfde processen en met dezelfde snelheid als vandaag. En al kunnen zachte formaties vrij snel afgebroken worden, voor een gebergte als de Alpen geldt dit niet. Toch is dit herhaaldelijk gebeurd. Daarom zegt Hutton ergens: „I can find no traces of a beginning, no prospect of an end", en vraagt daarmee voor de ouderdom van de aarde geen duizenden, maar millioenen jaren. Deze eis werd vooral van theologische zijde aanvankelijk van de hand gewezen. Men hield het liever bij Werner, in wiens conceptie nog plaats was voor een bijzonder ingrijpen Gods, terwijl Hutton de vraag naar de Oorsprong voor de geologische probleemstelling uitsloot en geen andere processen ter verklaring van sedimentatie en erosie wenste te accepteren dan de thans werkende. Aan het einde van de 18e en begin van de 19e eeuw hebben we

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's