GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1953 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 34

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

20

C. C. JONKER

begrijpen?" nader analyseren. In deze vraag is duister wat men onder „begrijpen", „leven" en „mogelijk" moet verstaan, als we aannemen dat we weten wat een mens is. Nu gaan op hetgeen we met „begrijpen" bedoelen de meningen in de hedendaagse wijsbegeerte al uiteen, terwijl de vraag over de mogelijkheid beheerst wordt door de opvatting, die men over het „leven" heeft. Door deze laatste opvatting wordt dan tevens i.h.a. de richting van de research bepaald, zoals ten overvloede door het citaat van Urey wordt bevestigd. Stellen we ons op het standpunt van de gelovige wetenschap, dan zal ook nu weer de vraag beantwoord moeten worden, wat hier de verhouding is tussen geloof en wetenschap. Gaat het U zoals mij, dan zult U geen vrede hebben met de stelling van Hermanides, dat de wetenschap op het geloof berust in de zin, die hij daarmede verbond, en eerder het uitgangspunt van Bonman bijvallen, dat het niet mogelijk is zuiver objectieve wetenschap te bedrijven, maar dat men altijd van een zeker standpunt uitgaat, al is dit dan ook het geloof in die objectieve wetenschap zelf. We hebben dan bij de beantwoording van de vraag, of het mogelijk is het leven te begrijpen, een op de scheppingsgedachte gegronde zijnsleer nodig, die gevolgd moet worden door een theorie over hetgeen van het geschapene kenbaar is, om dan onze vraag opnieuw onder ogen te zien. Als U mij op grond hiervan zou rekenen tot de groep van de theoretici van 1910, dan zou ik willen antwoorden, dat in deze, door mij gemaakte indeling, een schematisering schuilt die een goede vraagstelling onmogelijk maakt. Dit is het gevolg van het feit, dat we de vraag naar het verband van de vakwetenschap en deze ontologie en kenleer juist moeten stellen. Ook hiervoor vinden we enkele aanwijzingen in de woorden van Bonman: nl. dat we niet behoeven te wachten tot deze onderdelen van een schriftuurlijke wijsbegeerte ontworpen zijn. Immers ook de wijsbegeerte kan niet alléén met de centrale schriftgegevens aan een theorie beginnen, maar moet voor haar opbouw voortdurend voeding uit de vakwetenschappen ontvangen, waardoor een wederzijdse beïnvloeding ontstaat, die als zij al of niet in de geest van dezelfde onderzoeker plaats vindt, tot vruchtbare resultaten kan leiden, al was het alleen maar om de anti-schriftuurlijke concepties niet maar in haar uitgewerkte resultaten, maar in de kern te onderkennen en te bestrijden. Vanuit een duidehjk standpunt in deze zou het ook mogelijk worden te trachten een meer positieve bijdrage te leveren tot de problemen die nu van de zijde van de natuurwetenschap aan de kerk gesteld worden en die duidelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 342 Pagina's

1953 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 342 Pagina's