GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 213

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

174

CHR. L. RÜMKE

afhankelijk van elkaar, worden ondernomen. In de praktijk zal dit wel niet altijd gelukken. Zonder gegronde redenen om aan te nemen, dat de te bestuderen behandelingsmethode een verbetering betekent ten opzichte van de in zwang zijnde, zal men niet aan een onderzoek mogen beginnen. Alleen wanneer men wèl die overtuiging heeft is het toepassen van de nieuwe methode geoorloofd. Dat men echter het risico, dat aan een nieuwe methode (bijvoorbeeld een nieuw geneesmiddel) verbonden kan zijn, niet moet onderschatten is in het verleden meer dan eens gebleken. Soms komt pas na jaren aan het licht, dat een aanvankelijk als aanwinst beschouwde therapie op lange termijn veel meer nadelige gevolgen opleverde dan de eerder gebruikelijke. Juist het feit dat de onderzoeker een nieuwe behandelingsmethode voor het eerst op mensen toepast legt hem een enorme verantwoordelijkheid op. Van sommige algemeen gebruikelijke therapieën is de waarde zeer tv/ijfelachtig. De vi^aag rijst of men eventueel voor zijn verantwoording mag nemen patiënten op goede (bijvoorbeeld theoretische) gronden zo'n therapie te onthouden. De onrust, die dit soms bij patiënten verwekt, vormt een factor die niet uit het oog verloren mag worden. Dezelfde onrust doet zich overigens soms voor wanneer op grond van een (te) gering aantal gevallen de superioriteit van een nieuwe therapie (in de wetenschappelijke of zelfs in de populaire pers) is aangekondigd. Men kan dan in twijfel geraken of men het recht heeft de als beter aangekondigde therapie achterwege te laten ook al is naar eigen inzicht het bewijs van de superioriteit daarvan nog niet geleverd. Deze situatie, waarin het vellen van een wetenschappelijk goed gefundeerd eindoordeel vrijwel onmogelijk is, kan worden vermeden door het achterwege laten van iedere voorlopige — dikwijls onvoldoende gemotiveerde — aankondiging van de goede resultaten van nieuwe therapeutische methoden. De medische onderzoeker dient dit daarom tot zijn beroepsethiek te rekenen. Er zijn artsen, die het als een morele eis beschouwen een nieuwe therapie zo snel mogelijk algemeen toe te passen, zodra ook maar bij enkele patiënten gunstige effecten zijn waargenomen. Het is begrijpelijk, dat deze eis vooral door hen gesteld wordt, die gewoon zijn zich bij de uitoefening van hun beroep steeds door hun intuïtie te laten leiden. Wie echter de onbetrouwbaarheid van de intuïtie heeft leren kennen, en weet hoe dikwijls deze bij velen faalt, zal een dergelijk vertrouwen op de intuïtie voor zichzelf niet meer moreel kun-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 213

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's