GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 83

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

KUNSTMATIGE RADIOACTIEVE STOFFEN IN DE BIOSFEER

63

van uranium jodium in veel sterker mate ontwijkt dan andere splijtingsprodukten. D e route gras—^ koe —>• mens vinden we ook terug bij het nuclide i37Cs. Ook dit ontstaat bij atoomexplosies in vrij grote opbrengst. H e t heeft een halveringstijd van 27 jaar. In het lichaam zet het zich vooral vast in spierweefsel. D e gemiddelde verblijftijd is ongeveer 200 dagen. Melk en vlees zijn voor de mens de belangrijkste bronnen van i37Cs. H e t is chemisch verwant aan kalium, doch niet voldoende om de verhouding i37Cs/K met evenveel vrucht te gebruiken als d e verhouding 90Sr/Ca. E r zijn nog verscheidene andere gevallen van biologische concentratie bekend geworden, welke hier verder buiten beschouwing gelaten moeten worden. Ik hoop, dat deze voordracht U enig idee heeft kunnen geven van de soort problematiek, die men ontmoet bij de bescherming van de volksgezondheid tegen overmatige bestraling. D e zorgvuldigheid waarmee het onderzoek op deze gebieden wordt uitgevoerd, wettigt de verwachting dat bij de vreedzame technisch toepassing van d e kernenergie de gevaren onderkend zullen worden, voordat er onnodig slachtoffers vallen en dat deze nieuwe industrie in dit opzicht gunstig zal afsteken bij sommige vroegere technische ontwikkelingen. LITERATUUR 1. Joh. Blok. Radioactieve besmetting van de biosfeer in Nederland. H. A. van Bottenburg N.V., Amsterdam, 1957. Over de stralingsdosis door natuurlijke stralingsbronnen en door verspreiding van de kunstmatige radioactiviteit van atoombomexplosies. 2. C. L. Comar, R. Scott Russell, R. H. Wasserman, Strontium-Calcium movement from soil to man. Science 126, 485 (1957). 3. W. R. Eckelmann. ,T. L. Kulp, A. R. Schuiert, Strontium-90 in man. Science 127, 266 (1958). 4. R. Scott Russell, Deposition of strontium-90 and its content in vegetation and in human diet in the United Kingdom. Nature 182, 834 (1958). 5. W. H. Langham, Potential hazard of world-wide ^"Sr-fall-out from nuclear weapons testing. Health Physics 1, 105 (1958). 6. Report of the United Nations Scientific Committee on the Effects of Atomic Radiation. General Assembly official records: 13th session, supplement no. 17 (A/3838), New York, 1958. 7. H. J. Dunster, H. Howells, W. L. Templeton, District surveys following the Windscale incident October 1957, 2nd United Nations International Conference on the peaceful Uses of Atomic. Energy, Sept, 1958, paper 15/P/316. Verdere referenties kunnen in deze recente literatuur gevonden worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 83

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's