1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 206
166
S. J. RIDDERBOS
de homosexualiteit" zou ik dan ook kunnen formuleren als „Bijbel en homosexualiteit". Ik haast mij echter op grond van het zoeven gezegde aan deze nadere interpretatie twee opmerkingen toe te voegen. In de eerste plaats: dat het onderwerp „Bijbel en homosexualiteit" meer is dan een stukje theologie, zodat ik het in mijn geval met de ondertitel „zoals een theoloog het ziet" moet aanvullen. Heb ik op deze wijze mezelf aan de grenzen van m'n vak herinnerd en beoefenaars van andere wetenschappen als volwaardig en onmisbare medelezers van dezelfde Bijbel erkend, dan is er m.i. ook plaats voor mijn tweede annotatie. Niemand is apriori gebonden aan wat een theoloog ziet of niet ziet, maar voorzover een theologische visie op de Bijbel juist is zal een andere wetenschap (in dit geval bijv. de psychiatrie) deze vertolking van Gods openbaring als een grote suppositie juist in haar wetenschappelijke arbeid hebben te honoreren. Toen ik de Bijbel over ons onderwerp bestudeerde kwam ik tot dezelfde conclusie als een collega op een Zuid-Afrikaanse synode, waar over het rassenvraagstuk werd gehandeld. Er was een memorandum voorhanden, waarin allerlei Bijbelse gegevens over het probleem van de rassen bijeen waren gebracht. Maar toen een synodale commissie dit stuk bekeek, toen vielen (aldus mijn zegsman) al deze Bijbelteksten achtereenvolgens onder de tafel en hielden we slechts één tekst over ; Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Ik meen, dat we ons ten aanzien van de homosexualiteit in een soortgelijke situatie bevinden en u zult het met me eens zijn, dat het overhouden van die ene tekst over de naastenliefde allerminst een pover resultaat is. Het is ongetwijfeld waar, dat in de Christelijke traditie bij de beoordeling van de homosexualiteit andere Bijbelse gegevens een grote rol hebben gespeeld, zoals de geschiedenis van Sodom en Gomorra, het verbod van gemeenschap tussen mannen uit Lev. 18 en 20 met als sanctie de doodstraf, Paulus' vernietigend oordeel uit het slot van Rom. 1, terwijl in 1 Cor. 6 : 10 de arsenokoitai (volgens de vertaling van het Bijbelgenootschap „knapenschenders") worden genoemd onder hen, die het Koninkrijk Gods niet beërven. Het zou mij te ver voeren deze veelgebruikte Bijbelteksten hier nader te exegetiseren, zoals ik in een artikel („Bezinning", no. 3, 1959) onlangs heb gedaan. Wel wil ik de conclusies, waartoe ik in dat artikel kwam, hier kort releveren en ik ben uiteraard graag bereid in de discussie hiervan nader rekenschap af te leggen. Om te beginnen: het is in confesso, dat iemand van homosexuele structuur door dit feit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's